Operation Manual
198
INDESIGN GEBRUIKEN
Tekst
Laatst bijgewerkt 20/5/2011
Opmerking: Als het gebruikerswoordenboek wordt samengevoegd met de lijst met uitzonderingen, wordt het volledige
gebruikerswoordenboek toegevoegd aan het document, ook als de woorden niet worden gebruikt. De bestandsgrootte van
het document neemt dan toe.
Talen toepassen op tekst
U kunt via het menu Taal in het regelpaneel of het deelvenster Teken een taal op geselecteerde tekst toepassen. Ook
kunt u een standaardtaal voor het gehele document of voor alle nieuwe documenten opgeven. (Zie “Een taal toewijzen
aan tekst” op pagina 274.)
Lijsten met uitzonderingswoorden
U kunt woorden opgeven die niet moeten worden gecontroleerd. Als u bijvoorbeeld het woord "jaaromzet" voor uw
bedrijf in een bepaald document als "JaarOmzet" moet schrijven, kunt u "jaaromzet" aan de lijst met uitzonderingen
toevoegen, zodat dit woord tijdens de spellingcontrole niet wordt gemarkeerd. InDesign kan een afzonderlijke set
toegevoegde en verwijderde woorden bijhouden voor iedere geïnstalleerde taal.
Gebruikerswoordenboeken maken of toevoegen
U kunt een gebruikerswoordenboek maken, of gebruikerswoordenboeken uit vorige InDesign- of InCopy-versies
toevoegen, vanuit bestanden die u hebt ontvangen van andere gebruikers of vanaf een server waar het
gebruikerswoordenboek van de werkgroep is opgeslagen. Het woordenboek dat u toevoegt, wordt voor alle InDesign-
documenten gebruikt.
1 Kies Bewerken > Voorkeuren > Woordenboek (Windows) of InDesign > Voorkeuren > Woordenboek (Mac OS).
2 Kies in het menu Taal de taal van het woordenboek.
3 Ga op een van de volgende manieren te werk:
• U maakt een nieuw woordenboek door op het pictogram Nieuw gebruikerswoordenboek onder het menu Taal
te klikken. Geef de naam en locatie van het gebruikerswoordenboek op (met de extensie .udc) en klik op Opslaan.
• U voegt een bestaand woordenboek toe door op het pictogram Gebruikerswoordenboek toevoegen te klikken,
het gebruikerswoordenboekbestand te selecteren (met de extensie .udc of .not) en op Openen te klikken.
Opmerking: Als u het woordenboekbestand niet kunt vinden, kunt u met de systeemopdracht Zoeken de .udc-bestanden
opzoeken (probeer *.udc). Wordt het bestand gevonden, onthoud dan waar het bestand staat en probeer het opnieuw.
Het woordenboek wordt aan de lijst onder het menu Taal toegevoegd. U kunt woorden toevoegen aan het
woordenboek als u de spelling controleert of door gebruik te maken van het dialoogvenster Woordenboek.
Het standaardtaalwoordenboek instellen voor het huidige document
U kunt het standaardtaalwoordenboek wijzigen voor een document of voor alle nieuwe documenten die u maakt. Het
wijzigen van het standaardwoordenboek in een bestaand document heeft geen invloed op tekst die al is gemaakt of op
tekst die u in een bestaand tekstkader typt.
Stel in het deelvenster Tekenstijl of Alineastijl een afzonderlijk woordenboek in voor een bepaalde stijl. Het menu Taal
wordt weergegeven in het gedeelte Geavanceerde tekenopmaak.
1 Open het document.
2 Selecteer het gereedschap Selecteren op de werkbalk en zorg ervoor dat er geen elementen zijn geselecteerd in het
document.
3 Kies Tekst > Teken.
4 Kies het gewenste woordenboek in het menu Taal in het deelvenster Teken. Als u de taaloptie niet kunt zien in het
deelvenster Teken, selecteert u Opties tonen en kiest u uw taal in de lijst.