Operation Manual
112
INDESIGN GEBRUIKEN
Werken met documenten
Laatst bijgewerkt 20/5/2011
Voor informatie over het gebruik van IDML voor ontwikkelingsdoeleinden gaat u naar
www.adobe.com/go/learn_id_indesignmarkup_cs4_nl.
Bestanden opslaan in de indeling van de vorige versie van InDesign
Als u een InDesign CS5-document wilt openen in InDesign CS4, moet u twee dingen doen. In InDesign CS5 dient u
het document eerst in de IDML-indeling (InDesign Markup Language) te exporteren. (De IDML-indeling vervangt de
Interchange-indeling INX die werd gebruikt om bestanden als oudere versies op te slaan.)
Controleer vervolgens of de computer waarop InDesign CS4 wordt uitgevoerd, is bijgewerkt met de juiste plug-ins,
zodat het geëxporteerde IDML-bestand op deze computer kan worden geopend. Degene die InDesign CS4 uitvoert,
kan de compatibiliteitsplug-ins verkrijgen door Help > Updates te selecteren en de instructies op het scherm te volgen.
Plug-ins kunnen ook worden gedownload en geïnstalleerd vanaf de Adobe-website. Ga naar de pagina Productupdates
op de Adobe-website en selecteer InDesign in de lijst met producten.
Het kunnen openen van een document in een oudere versie van InDesign wordt ook wel “achterwaarts compatibel
opslaan” genoemd.
Opmerking: Het is mogelijk dat inhoud die is samengesteld met gebruik van functies uit InDesign CS5, gewijzigd of
helemaal niet wordt weergegeven wanneer u het bestand in InDesign CS4 opent.
1 Kies Bestand > Exporteren.
2 Kies InDesign Markup (IDML) in het menu Bestandstype (Windows) of Structuur (Mac OS).
3 Klik op Opslaan.
U kunt het IDML-bestand openen in InDesign CS4 en het omzetten naar een naamloos InDesign-document.
Opmerking: Als u het InDesign CS5-document in InDesign CS3 wilt openen, opent u het geëxporteerde IDML-bestand
in InDesign CS4 en slaat u het document op. Vervolgens exporteert u het als een INX-bestand (InDesign CS3 Interchange)
en opent u het geëxporteerde INX-bestand in InDesign CS3. Zorg ervoor dat alle versies van InDesign volledig zijn
bijgewerkt.
Werken met metagegevens
Metagegevens zijn een aantal gestandaardiseerde gegevens over een bestand, zoals de auteursnaam, resolutie,
kleurruimte, auteursrecht en toegepaste sleutelwoorden. Met behulp van metagegevens kunt u uw workflow
stroomlijnen en uw bestanden ordenen.
Over de XMP-standaard
Metagegevensinformatie wordt opgeslagen met de Extensible Metadata Platform-standaard (XMP), waarop Adobe
Bridge, Adobe Illustrator, Adobe InDesign en Adobe Photoshop zijn gebouwd. XMP is samengesteld op basis van
XML en in de meeste gevallen worden de metagegevens in het bestand opgeslagen. Indien het niet mogelijk is om de
informatie in het bestand op te slaan, worden metagegevens in een apart bestand opgeslagen, een zogenaamd secundair
bestand. XMP vereenvoudigt het uitwisselen van metagegevens tussen Adobe-toepassingen en tussen verschillende
publicatieworkflows. U kunt bijvoorbeeld de metagegevens van een bestand als een sjabloon opslaan en de
metagegevens vervolgens importeren in andere bestanden.
Metagegevens die in andere indelingen zijn opgeslagen, zoals de Exif-, IPTC (IIM)-, GPS- en TIFF-indelingen, worden
gesynchroniseerd en beschreven met XMP, zodat ze gemakkelijker kunnen worden weergegeven en beheerd. Andere
toepassingen en functies maken ook gebruik van XMP om te communiceren en om informatie (zoals opmerkingen bij
een versie) op te slaan. U kunt deze informatie opzoeken met Adobe Bridge.