Operation Manual

102
INDESIGN GEBRUIKEN
Layout
Laatst bijgewerkt 20/5/2011
Doorlopende koptekst (Alinea- of Tekenstijl)
Met de variabelen voor doorlopende kopteksten wordt op de pagina de eerste of laatste instantie van de tekst ingevoegd
waarop de opgegeven stijl is toegepast. Als er geen tekst op de pagina met een bepaalde stijl is opgemaakt, wordt de
tekst van een vorige pagina gebruikt.
Zie “Variabelen voor doorlopende kop- en voetteksten maken” op pagina 97.
Aangepaste tekst
Deze variabele wordt doorgaans gebruikt voor het invoegen van plaatsvervangende tekst of voor tekst die snel moet
kunnen worden gewijzigd. Als u bijvoorbeeld aan een project werkt waarin voor een bedrijf een codenaam wordt
gebruikt, kunt u een variabele Eigen tekst voor de codenaam maken. Wanneer u de echte naam van het bedrijf mag
gebruiken, hoeft u alleen maar de variabele te wijzigen om alle codenamen in de echte naam van het bedrijf te
veranderen.
Als u speciale tekens in een tekstvariabele wilt invoegen, klikt u op het driehoekje rechts van het tekstvak.
Tekstvariabelen invoegen
1 Plaats de invoegpositie waar u de variabele wilt invoegen.
2 Kies Tekst > Tekstvariabelen > Variabele invoegen en selecteer de variabele die u wilt invoegen.
De variabele wordt op de pagina weergegeven alsof u de tekst zelf in het document had getypt. Als u bijvoorbeeld de
variabele Aanmaakdatum invoegt, kan de datum 22 december 2007 worden weergegeven. Als u Tekst > Verborgen
tekens tonen kiest, wordt de variabele in een vak geplaatst dat de kleur van de huidige laag heeft.
Opmerking: Tekstvariabelen worden niet afgebroken.
Tekstvariabelen verwijderen, omzetten en importeren
Met het dialoogvenster Tekstvariabelen kunt u tekstvariabelen verwijderen, omzetten en importeren.
Tekstvariabelen verwijderen
Als u een instantie van een tekstvariabele uit een document wilt verwijderen, hoeft u alleen maar de variabele in kwestie
te selecteren en op de toets Backspace of Delete te drukken. U kunt ook de variabele zelf verwijderen. Daarbij kunt u
bepalen hoe de variabelen die in het document zijn geplaatst, moeten worden vervangen.
1 Kies Tekst > Tekstvariabelen > Opgeven.
2 Selecteer de variabele en klik op Verwijderen.
3 Geef op hoe de variabele moet worden vervangen door een andere variabele op te geven, waarbij u de instanties van
de variabele omzet in tekst of alle instanties van de variabele verwijdert.
Tekstvariabelen omzetten in tekst
U zet één instantie van een variabele om door de tekstvariabele in het documentvenster te selecteren en vervolgens
Tekst > Tekstvariabelen > Variabele naar tekst omzetten te kiezen.
U zet alle instanties van een tekstvariabele in het document om door Tekst > Tekstvariabelen > Opgeven te kiezen,
de variabele te selecteren en vervolgens op Omzetten in tekst te klikken.
Tekstvariabelen uit een ander document importeren
1 Kies Tekst > Tekstvariabelen > Opgeven.
2 Klik op Laden en dubbelklik vervolgens op het document waarin de variabelen staan die u wilt importeren.