Operation Manual
77
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Layout
Nadat u de geïmporteerde stramienen uit het brondocument hebt geïmporteerd, wordt er een koppeling gemaakt
tussen het bron- en het doeldocument. Wanneer u vervolgens stramienen uit hetzelfde brondocument laadt, blijft de
koppeling tussen de overschreven items en hun bovenliggende items op de opnieuw geladen stramienpagina's
behouden. Met deze koppeling kunt u stramienpagina's in verschillende documenten consistent houden zonder dat u
die documenten in een boek hoeft op te nemen.
Als u deze methode voor het consistent houden van stramienpagina's wilt gebruiken, moet u de stramienpagina's uit
het brondocument laden voordat u objecten op het stramien overschrijft. Als er in het document overschreven items
staan en u hebt nog nooit stramienen uit een andere bron geïmporteerd, worden die overschreven items losgekoppeld
wanneer u voor de eerste keer stramienen uit een brondocument laadt en stramienpagina's met dezelfde naam als het
hoofdstramien van de overschreven items vervangt.
Gaat u echter stramienen uit een ander brondocument importeren en u kiest Stramienpagina's vervangen, dan kunnen
de overschreven items worden losgekoppeld. Stramienen met dezelfde namen uit het nieuwe brondocument worden
toegepast op de documentpagina waarop de overschreven items staan. Er worden dan twee sets met objecten gemaakt.
Lagen
Over lagen
Elk document bevat minstens één benoemde laag. Door het gebruik van meerdere lagen kunt u specifieke gebieden of
inhoud in uw document maken en bewerken zonder dat de andere gebieden of inhoud hierdoor worden beïnvloed. Als
het afdrukken van uw document bijvoorbeeld veel tijd in beslag neemt omdat het document veel grote afbeeldingen
bevat, kunt u de tekst van het document op een aparte laag plaatsen. Als u de tekst moet reviseren, kunt u alle andere
lagen verbergen en hoeft u alleen de laag met tekst af te drukken. U kunt lagen ook gebruiken om een ander ontwerp
van dezelfde layout weer te geven of om andere versies van advertenties in verschillende regio's te laten zien.
Lagen zijn als het ware transparante bladen die op elkaar liggen. Als een laag geen objecten bevat, is de laag doorzichtig
en kunt u de onderliggende lagen zien.
Extra opmerkingen over lagen:
• Objecten op stramienen staan onder aan elke laag. Stramienitems staan vóór documentpagina-objecten als de
stramienpagina-objecten op een hogere laag staan. (Zie “Over stramienen, stapelvolgorde en lagen” op pagina 69.)
• Lagen gelden voor alle pagina's in een document, inclusief de stramienen. Als u bijvoorbeeld Laag 1 verbergt terwijl
u pagina 1 van uw document bewerkt, wordt deze laag ook op alle andere pagina's verborgen totdat u de laag weer
weergeeft.
• Meer informatie over het omzetten van lagen van Adobe PageMaker® of QuarkXPress vindt u in “QuarkXPress- en
PageMaker-documenten omzetten” op pagina 111.