Operation Manual

673
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Kleurscheidingen
Zie ook
Overzicht Inktbeheer” op pagina 670
Over de halftoonrasterfrequentie
In commercieel drukwerk wordt een continutoon gesimuleerd met stippen (ook wel halftoonstippen genoemd) die
worden afgedrukt in rijen (ook wel lijnen of lijnrasters genoemd). Lijnen worden afgedrukt bij verschillende hoeken,
zodat de rijen minder opvallen. In het menu Rasteren in het gedeelte Uitvoer van het dialoogvenster Afdrukken
worden de aanbevolen sets voor lijnrasters in lijnen per inch (lpi) en voor resolutie in stippen per inch (dpi)
weergegeven. Deze waarden zijn gebaseerd op het momenteel geselecteerde PPD-bestand. Als u inkten selecteert in de
inktenlijst, worden de waarden in de vakken Frequentie en Hoek gewijzigd. Op deze manier worden de
rasterfrequentie en -hoek voor een type inkt getoond.
Bij een hoge rasterliniëring (bijvoorbeeld 150 lpi) staan de puntjes op de afdruk dicht bij elkaar waardoor de afbeelding
scherper wordt afgedrukt. Bij een lage rasterliniëring (60 lpi tot 85 lpi) staan de puntjes verder van elkaar af en wordt
de afbeelding grover. De grootte van de puntjes wordt mede bepaald door het lijnraster. Bij een dichte rasterliniëring
worden kleine punten gebruikt en bij een lage raster instelling worden grote punten gebruikt. De belangrijkste factor
bij het kiezen van een rasterliniëring is het type drukpers waarop uw document wordt afgedrukt. Vraag aan de
drukkerij welk lijnraster er maximaal mogelijk is bij hun drukpers en stel aan de hand van dat gegeven uw opties in.
Lijnrasters
A. 65 lpi: Grof raster voor het afdrukken van nieuwsbrieven en kortingsbonnen B. 85 lpi: Gemiddeld raster voor het afdrukken van dagbladen
C. 133 lpi: Raster van hoge kwaliteit voor het afdrukken van tijdschriften in vier kleuren D. 177 lpi: Uiterst fijn raster voor het afdrukken van
jaarrapporten en afbeeldingen in kunstboeken
De PPD-bestanden voor imagesetters met een hoge resolutie bieden een groot aantal mogelijke rasterfrequenties die
zijn gekoppeld aan allerlei resoluties voor imagesetters. De PPD-bestanden voor printers met een lage resolutie
bevatten over het algemeen maar enkele opties voor lijnrasters. Doorgaans gaat het om vrij grove rasters tussen 53 lpi
en 85 lpi. De grove rasters leveren op printers met een lage resolutie echter een optimaal resultaat op. Als u
bijvoorbeeld een fijner raster van 100 lpi bij een printer met een lage resolutie gebruikt, neemt de kwaliteit van de
afdruk af.
Een halftoonrasterfrequentie en resolutie opgeven
Kies in het gedeelte Uitvoer van het dialoogvenster Afdrukken een van de volgende opties:
Om een van de vooraf ingestelde combinaties van rasterfrequenties en resolutie te selecteren, kiest u een optie in
het menu Rasteren.
B
D
A
C