Operation Manual

452
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Transparantie-effecten
Het is belangrijk te begrijpen dat u de overvloeimodi en de dekking toepast op afzonderlijke objecten, maar dat u de
optie Groep uitnemen toepast op de groep.
Groep waarvoor de optie Groep uitnemen is uitgeschakeld (links) en ingeschakeld (rechts).
1 Pas de overvloeimodi en de instellingen voor dekking toe op afzonderlijke objecten die u wilt uitnemen.
2 Selecteer de objecten die u wilt uitnemen met het gereedschap Selecteren.
3 Kies Object > Groeperen.
4 Selecteer Groep uitnemen in het deelvenster Effecten. (Als deze optie niet zichtbaar is, kiest u Opties tonen in het
menu van het deelvenster Effecten.)
Een kleurenruimte voor het overvloeien van transparante objecten opgeven
Om de kleuren van transparante objecten op een spread over te laten vloeien, worden de kleuren van alle objecten met
behulp van het CMYK- of RGB-profiel voor het document omgezet naar een algemene kleurenruimte. Door deze
overvloeiruimte kunnen objecten van meerdere kleurenruimten overvloeien wanneer ze elkaar transparant
beïnvloeden. U voorkomt kleurverschillen tussen de diverse gebieden van de objecten op het scherm of de afdruk door
de overvloeiruimte toe te passen voor het rasteren en in de afvlakker.
De overvloeiruimte wordt alleen toegepast op spreads met transparantie.
Kies Bewerken > Transparantie-overvloeiruimte en kies een van de kleurenruimten van het document.
Opmerking: Kies de kleurenruimte Document CMYK voor een standaard afdrukworkflow.
Zie ook
Afvlakken” op pagina 452
Transparante illustraties afvlakken
Afvlakken
Als uw document of illustratie transparantie bevat en u deze wilt uitvoeren, moet u meestal een bewerking uitvoeren
die afvlakking wordt genoemd. Bij afvlakking worden transparante illustraties opgedeeld in vectorgebieden en
gerasterde gebieden. Bij complexere illustraties (combinaties van afbeeldingen, vectoren, tekst, steunkleuren,
overdrukken, enzovoort) worden ook het afvlakken en de bijbehorende resultaten complexer.
Afvlakking kan nodig zijn wanneer u een document afdrukt, of bij het opslaan in of exporteren naar andere indelingen
die geen transparantie ondersteunen. Wanneer u PDF-bestanden maakt en transparantie wilt behouden zonder
afvlakking, slaat u het bestand op als Adobe PDF 1.4 (Acrobat 5.0) of hoger.