Operation Manual

423
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Kaders en objecten
U kunt objecten ook spiegelen met het gereedschap Selecteren of Vrije transformatie door één zijde van het
selectiekader van het object voorbij de tegenoverliggende zijde te slepen. U kunt ook negatieve waarden opgeven bij
Percentage schaal X of Percentage schaal Y in het deelvenster Transformeren of in het regelpaneel.
Objecten schuintrekken
Als u een object schuintrekt, laat u het langs de horizontale of verticale as hellen. Ook kunt u zo beide assen van het
object roteren. Schuintrekken is in de volgende situaties nuttig:
Simuleren van bepaalde soorten perspectief, zoals isometrische projectie.
Een tekstkader laten hellen.
Schaduwen maken bij het schuintrekken van een kopie van een object.
Zie ook
Transformatie-instellingen wijzigen” op pagina 408
Een object schuintrekken
1 Selecteer het object dat u wilt schuintrekken. Als u het kader en de inhoud wilt schuintrekken, selecteert u het kader
met het gereedschap Selecteren. Als u alleen de inhoud, maar niet het bijbehorende kader wilt schuintrekken,
selecteert u het object met het gereedschap Direct selecteren. Als u een kader wilt schuintrekken zonder de inhoud
te schalen, selecteert u het kader met het gereedschap Direct selecteren en selecteert u alle ankerpunten.
2 Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u geselecteerde objecten wilt schuintrekken door te slepen, selecteert u het gereedschap Schuintrekken .
Plaats het gereedschap Schuintrekken buiten het referentiepunt en sleep er omheen. Houd Shift ingedrukt en sleep
om het schuintrekken te beperken tot een loodrechte verticale of horizontale as. Als u begint te slepen bij een niet-
loodrechte hoek en de Shift-toets vervolgens ingedrukt houdt, blijft de schuintrekking beperkt tot die hoek.
Object wordt schuingetrokken door het gereedschap Schuintrekken te slepen en met referentiepunt in het midden
Als u een ander referentiepunt voor het schuintrekken wilt gebruiken, klikt u op de gewenste plaats voor het
referentiepunt.
Als u wilt schuintrekken met een vooraf ingestelde waarde, kiest u een hoek in het pop-upmenu Schuintrekken
in het deelvenster Transformeren of in het regelpaneel.
Als u wilt schuintrekken met een specifieke waarde, typt u een positieve of negatieve waarde in het vak
Schuintrekken in het deelvenster Transformeren of in het regelpaneel en drukt u op Enter of Return.
Als u een kopie wilt maken van het object waarop de nieuwe waarde voor schuintrekken is toegepast, typt u een
waarde in de velden voor de breedte of de hoogte in het deelvenster Transformeren en vervolgens houdt u Alt
(Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt terwijl u op Enter drukt.