Operation Manual

387
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Afbeeldingen
Via de voorkeuren voor weergaveprestaties kunt u de standaardoptie instellen die wordt gebruikt voor het openen van
alle documenten en voor het aanpassen van de instellingen die deze opties definiëren. Elke weergaveoptie heeft
verschillende instellingen voor het weergeven van rasterafbeeldingen, vectorafbeeldingen en transparanten.
Snel Tekent een raster- of vectorafbeelding als een grijs vak (standaard). Gebruik deze optie als u spreads met veel
afbeeldingen of transparantie-effecten wilt doorbladeren.
Normaal Tekent een proxy-afbeelding (standaard) met lage resolutie voor het identificeren en plaatsen van een
afbeelding of vectorafbeelding. Normaal is de standaardoptie en de snelste manier om een herkenbare afbeelding weer
te geven.
Hoge kwaliteit Tekent een raster- of vectorafbeelding met hoge resolutie (standaard). Deze optie biedt de hoogste
kwaliteit, maar is het langzaamst. Gebruik deze optie om een afbeelding te verfijnen.
Opmerking: Beeldweergaveopties hebben geen invloed op de uitvoerresolutie wanneer u afbeeldingen binnen een
document exporteert of afdrukt. Wanneer u op een PostScript-apparaat afdrukt of naar XHTML, EPS of PDF exporteert,
is de definitieve beeldresolutie afhankelijk van de uitvoeropties die u instelt bij het afdrukken of exporteren van het
bestand.
Standaardweergaveprestaties instellen
Met de voorkeuren voor weergaveprestaties kunt u de standaard weergaveoptie instellen die in InDesign wordt
gebruikt voor elk document dat u opent. U kunt de weergaveprestaties van een document wijzigen via het menu
Weergave. De instelling voor afzonderlijke objecten wijzigt u via het menu Object. Als u bijvoorbeeld aan projecten
werkt die talloze foto's met hoge resolutie (zoals een catalogus) bevatten, wilt u toch al uw documenten snel kunnen
openen. U kunt dan de standaard weergaveoptie instellen op Snel. Als u de afbeeldingen in detail wilt bekijken,
schakelt u de documentweergave over naar Normaal of Hoge kwaliteit (waarbij Snel de voorkeursinstelling blijft).
U kunt ook de weergave-instellingen die zijn toegepast op afzonderlijke objecten, bekijken of overschrijven. Als de
optie Weergave-instellingen op objectniveau behouden is geselecteerd, worden de eventuele instellingen die zijn
toegepast op objecten opgeslagen met het document.
1 Selecteer Bewerken > Voorkeuren > Weergaveprestaties (Windows) of InDesign > Voorkeuren >
Weergaveprestaties (Mac OS).
2 Selecteer bij Standaardweergave de optie Normaal, Snel of Hoge kwaliteit. De gekozen weergaveoptie is van
toepassing op alle documenten die u opent of maakt.
3 Ga op een van de volgende manieren te werk:
Om weergave-instellingen op te slaan die zijn toegepast op afzonderlijke objecten, selecteert u Weergave-
instellingen op objectniveau behouden.
Om alle afbeeldingen weer te geven met de standaard weergaveoptie deselecteert u Weergave-instellingen op
objectniveau behouden.
4 Kies bij Weergave-instellingen aanpassen de weergaveoptie die u wilt aanpassen en stel vervolgens de schuifregelaar
Rasterafbeeldingen of Vectorafbeeldingen in op de gewenste instelling.
5 Klik op OK.
Elke weergaveoptie heeft verschillende instellingen voor het weergeven van rasterafbeeldingen (bitmaps),
vectorafbeeldingen en transparantie-effecten.