Operation Manual
357
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Tekenen
Aangepaste lijnstijlen definiëren
Met het deelvenster Lijn kunt u een aangepaste lijnstijl maken. Een aangepaste lijnstijl kan onderbroken of gestippeld
zijn of uit strepen bestaan. Met de stijl kunt u het patroon, de uiteinden en de hoeken van de lijn definiëren. Nadat u
de aangepaste lijnstijl op een object hebt toegepast, kunt u andere lijnkenmerken opgeven, zoals dikte, kleur
tussenruimte en begin- en eindvormen.
Aangepaste lijnstijlen
A. Onderbroken B. Gestippeld C. Streep
Aangepaste lijnstijlen kunnen worden opgeslagen en geladen in andere InDesign-documenten.
1 Kies Venster > Lijn om het deelvenster Lijn weer te geven.
2 Kies Lijnstijlen in het deelvenstermenu.
3 Klik op Nieuw.
4 Voer een naam voor de lijnstijl in.
5 Selecteer bij Type een van de volgende opties:
• Onderbroken om een stijl met streepjes te definiëren die op een gelijke of ongelijke afstand van elkaar staan.
• Streep om een gestreepte stijl met een of meer parallelle lijnen te definiëren.
• Gestippeld om een stijl met puntjes te definiëren die op een gelijke of ongelijke afstand van elkaar staan.
De opties in het dialoogvenster passen zich aan uw keuze aan.
6 Geef bij Lengte patroon de lengte van het herhaalde patroon op (alleen onderbroken of gestippeld). De liniaal werkt
het patroon met de opgegeven lengte bij.
7 Definieer het lijnpatroon als volgt:
• Klik op de liniaal om een nieuw streepje of puntje toe te voegen.
• Verplaats een streepje of puntje door dit te slepen.
• Pas de breedte van een streepje aan door de liniaalmarkeringen ervan te slepen. U kunt het streepje ook
selecteren en vervolgens een waarde voor Begin (waar het streepje op de liniaal begint) en Lengte invoeren.
• Pas de positie van een punt aan door de liniaalmarkering ervan te slepen. U kunt de punt ook selecteren en
vervolgens een waarde voor Midden (waar het midden van het puntje zich bevindt) invoeren.
• Pas de dikte van een streepje aan door de liniaalmarkeringen ervan te slepen. U kunt het streepje ook selecteren
en nieuwe waarden voor Begin en Breedte invoeren. Beide zijn een percentage van de dikte van de lijn.
• Verwijder een streepje of puntje door dit uit het liniaalvenster te slepen. (Een aangepaste lijnstijl moet echter
minstens één streepje of puntje bevatten.)
A
B
C