Operation Manual
335
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Tekenen
Paden
Terwijl u tekent, maakt u een lijn die een pad wordt genoemd. Een pad bestaat uit een of meer rechte of gekromde
segmenten. Het begin en het einde van elk segment worden gemarkeerd door ankerpunten, die werken als spelden die
een draad op zijn plaats houden. Een pad kan gesloten (bijvoorbeeld een cirkel) zijn of open, met duidelijke eindpunten
(bijvoorbeeld een golvende lijn).
U kunt de vorm van een pad wijzigen door de ankerpunten, de richtingspunten aan het eind van richtingslijnen die op
de ankerpunten worden weergegeven, of de padsegmenten zelf te slepen.
Componenten van een pad
A. Geselecteerd (effen) eindpunt B. Geselecteerd ankerpunt C. Niet geselecteerd ankerpunt D. Gebogen padsegment E. Richtingslijn
F. Richtingspunt
Paden kunnen twee soorten ankerpunten bevatten: hoekpunten en vloeiende punten. Op een hoekpunt verandert een
pad abrupt van richting. Op een boogpunt worden padsegmenten als een doorlopende curve verbonden. U kunt paden
met elke willekeurige combinatie van hoekpunten en boogpunten tekenen. Als u het verkeerde type punt hebt
getekend, kunt u dit altijd wijzigen.
Punten op een pad
A. Vier hoekpunten B. Vier boogpunten C. Combinatie van hoekpunten en boogpunten
Met een hoekpunt worden twee rechte of gebogen segmenten met elkaar verbonden terwijl met een boogpunt altijd
twee gebogen segmenten met elkaar worden verbonden.
Met een hoekpunt kunt u zowel rechte als gebogen segmenten verbinden.
Opmerking: Let op het verschil tussen hoekpunten en boogpunten enerzijds en rechte en gebogen segmenten anderzijds.
A
B
D
C
E
F
A B C