Operation Manual
329
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Kenmerken van lange documenten
Als u de scheidingstekens voor indexitems (zoals de waarden voor Volgend onderwerp of Tussen items) wilt
vervangen, selecteert u het bestaande scheidingsteken en typt of kiest u een vervangend teken.
Genest of Run-in Selecteer Genest als u de index wilt opmaken in de standaardstijl, waarbij de subitems genest als
afzonderlijke, inspringende alinea's onder een item worden weergegeven. Selecteer Run-in als u wilt dat alle niveaus
van een indexitem in één alinea worden weergegeven. De optie Tussen items bepaalt door welk teken de items van
elkaar worden gescheiden.
Inclusief sectiekoppen index Selecteer deze optie om sectiekoppen te genereren die uit letters bestaan (A, B, C enz.)
die de volgende sectie aangeven.
Inclusief lege indexsecties Selecteer deze optie om sectiekoppen te genereren voor alle letters van het alfabet, zelfs als
er in de index geen items van het eerste niveau staan die met een bepaalde letter beginnen.
Niveau-opmaak Kies voor elk indexniveau een alineastijl die op elk niveau van indexitems moet worden toegepast.
Nadat u de index hebt gegenereerd, kunt u deze stijlen bewerken in het deelvenster Alineastijlen.
Sectiekop Selecteer de alineastijl waarmee de sectiekoppen (A, B, C, enz.) in de gegenereerde index zijn opgemaakt.
Paginanummer Selecteer de tekenstijl waarmee de paginanummers in de gegenereerde index zijn opgemaakt. Deze
instelling heeft geen invloed op indexitems die u met de optie Andere stijl op nummer toepassen hebt opgemaakt.
Opmerking: Zie “Sectienummering definiëren” op pagina 90 voor het toevoegen van voorvoegsels aan de paginanummers
in de index, zoals B-1 of II-1.
Kruisverwijzing Selecteer de tekenstijl waarmee de tekst van de kruisverwijzing (zoals Zie en Zie ook) in de
gegenereerde index is opgemaakt.
Onderwerp waarnaar wordt verwezen Selecteer de tekenstijl waarmee het onderwerp waarnaar wordt verwezen (zoals
beesten in Zie ook beesten) in de gegenereerde index is opgemaakt.
Volgend onderwerp Typ of selecteer een speciaal teken om het item van het paginanummer te scheiden (bijvoorbeeld
Dieren 38). Standaard zijn dit twee spaties. Bepaal de opmaak voor dit teken door de desbetreffende niveau-opmaak
te bewerken of door een andere opmaak te selecteren.
Tussen paginanummers Typ of selecteer een speciaal teken om paginanummers of bereiken van elkaar te scheiden.
Standaard is dit een komma gevolgd door een spatie.
Tussen items Als Run-in is geselecteerd, typt of selecteert u een speciaal teken waarmee u items en subitems van elkaar
wilt scheiden. Is Genest geselecteerd, dan bepaalt deze optie hoe twee kruisverwijzingen onder een enkel item moeten
worden gescheiden.
Voor kruisverwijzing Typ of selecteer een speciaal teken dat tussen een verwijzing en een kruisverwijzing moet komen
te staan, zoals bij Dieren. Zie ook beesten. Standaard is dit een punt gevolgd door een spatie. Bepaal de opmaak voor
dit teken door de overeenkomstige niveaustijl te veranderen of te bewerken.
Paginabereik Typ of selecteer een speciaal teken waarmee de eerste en laatste nummers in een paginabereik van elkaar
moeten worden gescheiden (zoals Dieren 8-43). Standaard is dit een en-streepje. Bepaal de opmaak van dit teken door
de overeenkomstige paginanummerstijl te veranderen of te bewerken.
Itemeinde Typ of selecteer het speciale teken dat aan het einde van items moet komen te staan. Als Run-in is
geselecteerd, verschijnt het opgegeven teken aan het einde van de laatste kruisverwijzing. De standaardinstelling is
geen teken.