Operation Manual
320
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Kenmerken van lange documenten
2. Voeg indexmarkeringen toe. Voeg indexmarkeringen toe op de pagina's in uw document waar de indexitems naar
moeten verwijzen. (Zie “Indexitems toevoegen” op pagina 322.)
3. Genereer de index. Als u de index genereert, wordt een reeks items voor markeringen met de bijbehorende
paginanummers gemaakt. (Zie “Een index genereren” op pagina 327.)
4. Laat het indexartikel doorlopen. Gebruik de cursor voor geladen tekst om de index te laten doorlopen in een
tekstkader. Normaal gesproken zult u de index op een nieuwe pagina willen laten beginnen. Nadat u de index hebt
laten doorlopen, kunt u de pagina's en index gaan opmaken.
U zult deze stappen waarschijnlijk diverse malen uitvoeren voordat de index geschikt is om te worden gepubliceerd.
Op www.adobe.com/go/vid0220_nl vindt u een video over het maken van een index.
Zie ook
“Indexitems toevoegen” op pagina 322
Video over het maken van een index
Overzicht van het deelvenster Index
In het deelvenster Index (Venster > Tekst en tabellen > Index) kunt u de index maken, bewerken en een voorvertoning
ervan bekijken. Dit deelvenster bevat twee modi: Verwijzing en Onderwerp. In de modus Verwijzing worden complete
indexitems voor het actieve document of boek in de voorvertoning weergegeven. In de modus Onderwerp worden
alleen onderwerpen en geen paginanummers of kruisverwijzingen in de voorvertoning weergegeven. De modus
Onderwerp wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het maken van de indexstructuur, terwijl in de modus Verwijzing
indexitems worden toegevoegd.
In de modus Verwijzing worden de indexitems in alfabetische volgorde gezet en op beginletter onderverdeeld. Met het
driehoekje naast de items kunt u het item uit- of samenvouwen en zo subitems, paginanummers en kruisverwijzingen
weergeven of verbergen.
De volgende codes vervangen de paginaverwijzingen bij indexitems die waarschijnlijk niet in de gegenereerde index
worden opgenomen. U moet misschien Voorvertoning bijwerken kiezen in het deelvenster Index om de codes te
bekijken.
PB Geeft indexitems op het plakbord aan. Deze items worden echter niet in de gegenereerde index weergegeven.
HL Geeft indexitems op een verborgen laag aan. Als u de index genereert, hebt u de mogelijkheid om indexitems op
een verborgen laag op te nemen.
HT Geeft indexitems in een verborgen voorwaarde aan. Indexitems in verborgen voorwaarden zijn niet opgenomen
in de index.
PN Geeft indexitems in overlopende tekst aan. Wanneer u deze items in de gegenereerde index opneemt, staat er bij
die items geen paginanummer.
Stramien Geeft indexitems op een stramienpagina aan. Deze items worden echter niet in de gegenereerde index
weergegeven.
Klik op een driehoekje om een afzonderlijk item samen te vouwen of uit te vouwen. Houd Alt (Windows) of Option
(Mac OS) ingedrukt en klik op een driehoekje om alle subitems van een item uit of samen te vouwen. Houd Ctrl
(Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en klik op een driehoekje om alle items uit of samen te vouwen.
Kies Voorvertoning bijwerken in het menu van het deelvenster Index om het voorvertoningsgebied bij te werken. Deze
optie is vooral handig als u het document grondig hebt bewerkt of indexmarkeringen in het documentvenster hebt
verplaatst.