Operation Manual

316
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Kenmerken van lange documenten
Zie “Sectienummering definiëren” op pagina 90 voor het toevoegen van voorvoegsels aan de paginanummers van de
inhoudsopgave of het gebruiken van een andere nummeringsconventie.
Tussen item en nummer Geef op welke tekens u tussen het inhoudsopgave-item en het bijbehorende paginanummer
wilt plaatsen. Het standaardteken is ^t, dat aangeeft waar een tab moet worden ingevoegd. U kunt ook andere speciale
tekens uit de lijst kiezen, zoals een rechts ingesprongen tab of een em-spatie. Zie “Glyphs en speciale tekens invoegen
op pagina 173 voor een complete lijst van speciale tekens en hoe die te gebruiken.
Selecteer de tekst in het vak voordat u een ander speciaal teken kiest om er zeker van te zijn dat u niet beide tekens
opneemt.
U kunt ook een tekenstijl maken waarmee de ruimte tussen het item en het paginanummer wordt opgemaakt.
Vervolgens kunt u deze stijl selecteren in de pop-uplijst Stijl rechts van Tussen item en nummer. (Zie “Alinea- en
tekenstijlen toevoegen” op pagina 191.)
Als er in de alineastijl van het item een instelling voor een opvulteken is gedefinieerd en het tabteken (^t) is
geselecteerd, wordt in de inhoudsopgave een opvulteken weergegeven. Zie “Inhoudsopgave-items met opvultekens
maken” op pagina 317.
U kunt een teken opgeven waarmee u het item wilt scheiden van het paginanummer, en de stijl die u wilt toepassen op dat teken.
Items op alfabetische volgorde sorteren Selecteer deze optie om de items van de inhoudsopgave in de geselecteerde
stijl alfabetisch te sorteren. Deze optie is vooral bedoeld voor het maken van eenvoudige lijsten, zoals lijsten van
adverteerders. Geneste items (niveau 2 of 3) worden alfabetisch binnen de groep gesorteerd (dat wil zeggen niveau 1
of niveau 2).
Opmerking: De sorteervolgorde van een inhoudsopgave wordt bepaald door de standaardtaalinstelling van het
document. U wijzigt deze instelling door een taal in het menu Taal in het deelvenster Teken te selecteren (hierbij mag er
niets zijn geselecteerd).
Niveau Elk item dat in het vak Alineastijlen opnemen wordt geplaatst, komt standaard één niveau lager te staan dan
het item dat er direct boven staat. U kunt deze hiërarchie wijzigen door een nieuw niveaunummer voor de
geselecteerde alineastijl op te geven. Met deze optie past u alleen de weergave in het dialoogvenster aan. De optie heeft
Contents
Introduction 1
Chapter 1 3
Mammals 3
Bears 3
Cats 8
Dogs 10
Chapter 2 26
Birds 27
Parrots 29
Chapter 3 31
Reptiles 32
Lizards 33