Operation Manual
300
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Tabellen
Wisselende lijnen en vullingen in een tabel uitschakelen
1 Plaats de invoegpositie in de tabel.
2 Kies Tabel > Tabelopties > Wisselende rijlijnen, Wisselende kolomlijnen of Wisselende vullingen.
3 Kies Geen bij Wisselend patroon en klik op OK.
Tabel- en celstijlen
Over tabel- en celstijlen
Net zoals u tekststijlen kunt gebruiken om tekst op te maken, kunt u tabel- en celstijlen gebruiken om tabellen op te
maken. Een tabelstijl is een verzameling kenmerken voor tabelopmaak, zoals tabelranden en rij- en kolomlijnen, die u
in één keer kunt toepassen. Een celstijl bevat opmaakkenmerken als celinzetten, alineastijlen en lijnen en vullingen.
Wanneer u een stijl bewerkt, worden alle tabellen of cellen waarop deze stijl is toegepast automatisch bijgewerkt.
Opmerking: Er bestaat één belangrijk verschil tussen tekststijlen en tabelstijlen. Alle tekenstijlkenmerken kunnen
namelijk deel uitmaken van een alineastijl, maar celstijlkenmerken kunnen geen deel uitmaken van de tabelstijl. U kunt
een tabelstijl bijvoorbeeld niet gebruiken om de randkleur van interne cellen te wijzigen. In plaats daarvan moet u een
celstijl maken en deze opnemen in de tabelstijl.
De stijlen [Basistabel] en [Geen]
Standaard beschikt elk nieuw document over een stijl [Basistabel] die u kunt toepassen op nieuwe tabellen en over een
stijl [Geen] die u kunt toepassen om op cellen toegepaste celstijlen te verwijderen. U kunt de stijl [Basistabel]
bewerken, maar u kunt de stijl [Basistabel] of [Geen] niet hernoemen of verwijderen.
Celstijlen gebruiken in tabelstijlen
Wanneer u een tabelstijl maakt, kunt u opgeven welke celstijlen worden toegepast in verschillende delen van de tabel:
kop- en voettekstrijen, linker- en rechterkolommen en bodyrijen. U kunt bijvoorbeeld aan de koptekstrij een celstijl
toewijzen die een alineastijl toepast, en aan de linker- en rechterkolom kunt u andere celstijlen toewijzen die gekleurde
achtergronden toepassen.
Celstijlen die zijn toegepast op gebieden in een tabelstijl
A. Koptekstrij die is opgemaakt met een celstijl die een alineastijl bevat B. Linkerkolom C. Bodycellen D. Rechterkolom
Celstijlkenmerken
Celstijlen beschikken niet altijd over alle opmaakkenmerken van een geselecteerde cel. Wanneer u een celstijl maakt,
kunt u opgeven welke kenmerken in de stijl worden opgenomen. Op die manier worden bij het toepassen van de celstijl
alleen de gewenste kenmerken, zoals de kleur van de celvulling, toegepast en worden alle andere celkenmerken buiten
beschouwing gelaten.
A
B C D