Operation Manual
212
Hoofdstuk 7: Tekst en objecten
combineren
Verfraai uw ontwerp door afbeeldingen en tekst te combineren met behulp van verankerde objecten, tekstomloop of
padtekst.
Verankerde objecten
Over verankerde objecten
Verankerde objecten zijn items, bijvoorbeeld afbeeldingen of tekstvakken, die aan tekst zijn gekoppeld, oftewel
verankerd. Als de tekst doorloopt, wordt het verankerde object verplaatst met de tekst die het anker bevat. Gebruik
verankerde objecten voor alle objecten die u wilt koppelen aan een tekstregel of tekstblok, zoals zijbalken en
bijschriften, figuren of pictogrammen die aan een bepaald woord zijn gekoppeld.
U kunt een verankerd object maken door een object (of kader) in de tekst te plakken of te plaatsen met het gereedschap
Tekst of met de opdracht Verankerd object invoegen. Als u het object plaatst, wordt in Adobe InDesign CS4 een
ankerpuntmarkering bij de invoegpositie ingevoegd. Verankerde objecten nemen de kenmerken voor roteren en
schuintrekken over van het tekstkader waaraan zij zijn verankerd, zelfs als het object buiten het tekstkader is geplaatst.
U kunt het object selecteren en deze kenmerken wijzigen.
U kunt verankerde objecten maken die op een van de volgende posities worden geplaatst:
Inline Lijnt het verankerde object uit op de basislijn van de invoegpositie. U kunt het object boven of onder de basislijn
plaatsen door de Y-verschuiving aan te passen. Dit is het standaardtype verankerd object. In de vorige versies van
InDesign worden deze objecten inline-afbeeldingen genoemd.
Boven regel Plaatst het verankerde object met behulp van de volgende uitlijningsopties boven de regel: Links,
Gecentreerd, Rechts, Naar rug, Weg van rug en (Tekstuitlijning). Tekstuitlijning is de uitlijning die wordt toegepast
op de alinea waarin het ankerpunt staat.
Aangepast Plaatst het verankerde object op de positie die u definieert in het dialoogvenster Opties verankerd object.
U kunt het object op een willekeurige positie binnen of buiten het tekstkader plaatsen.
Opmerking: U kunt inline-objecten of objecten die boven de regel zijn geplaatst met padtekst gebruiken. (Zie “Verankerde
objecten toevoegen aan padtekst” op pagina 231.)