Operation Manual
181
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Tekst
Afbrekings- en spellingwoordenboeken
InDesign maakt voor de meeste talen gebruik van Proximity-woordenboeken voor het controleren van de spelling en
het afbreken van woorden. U kunt aan ieder woordenboek woorden toevoegen. U kunt verschillende talen aan tekst
toewijzen en InDesign gebruikt het juiste woordenboek voor spelling en woordafbreking. U kunt aanvullende
gebruikerswoordenboeken maken en u kunt woordenlijsten die zijn opgeslagen in een tekstbestand zonder opmaak
importeren of exporteren.
Als u de woorden in een woordenboek aanpast, maakt u in feite lijsten van toegevoegde woorden (woorden die nog niet
in het woordenboek staan) en verwijderde woorden (woorden die in het woordenboek staan, maar die moeten worden
gemarkeerd als mogelijk verkeerd gespeld). In het dialoogvenster Woordenboek kunt u toegevoegde woorden,
verwijderde woorden en genegeerde woorden (woorden die zijn genegeerd voor de huidige sessie omdat u op Alles
negeren hebt geklikt) weergeven en bewerken. U kunt woorden toevoegen die van toepassing zijn op alle talen, wat vooral
nuttig is voor achternamen, straatnamen en andere items die niet specifiek van toepassing zijn op een bepaalde taal.
Als u de taalwoordenboeken uit een vorige versie van InDesign of InCopy wilt gebruiken, zoekt u met de opdracht
Zoeken van het systeem naar de bestanden voor gebruikerswoordenboeken (.udc) en voegt u deze toe aan de lijst met
woordenboeken in het venster met woordenboekvoorkeuren.
Waar worden woordenboekwoorden opgeslagen?
Standaard staan uitzonderingen voor woordafbreking en spelling in bestanden voor gebruikerswoordenboeken die
niet bij het document zijn opgeslagen op de computer waarop InDesign is geïnstalleerd (woordenboekbestanden zijn
bestanden met de extensie .clam of .not). U kunt uitzonderingslijsten echter ook in een geopend InDesign-document
opslaan. Daarnaast kunt u woordenlijsten in een extern gebruikerswoordenboek en/of in het document opslaan. De
locatie van bestaande woordenboeken wordt weergegeven bij de voorkeuren voor woordenboeken.
Als de uitzonderingen voor woordafbreking en spelling in het document zelf worden opgeslagen, is het makkelijker de
samenstelling van de tekst te behouden als u het document op andere computers gaat gebruiken. Om die reden kunt
u het gebruikerswoordenboek in het document samenvoegen in het venster met woordenboekvoorkeuren. U kunt ook
de locatie van de uitzonderingen bepalen vanuit het dialoogvenster Pakketmap maken (zie “Pakketten van bestanden
maken” op pagina 649). Maar als u de lijst met uitzonderingen buiten het document opslaat, wordt het makkelijker bij
meerdere documenten dezelfde lijst met uitzonderingen te gebruiken.
Opmerking: Als het gebruikerswoordenboek wordt samengevoegd met de lijst met uitzonderingen, wordt het volledige
gebruikerswoordenboek toegevoegd aan het document, ook als de woorden niet worden gebruikt. De bestandsgrootte van
het document neemt dan toe.
Talen toepassen op tekst
U kunt via het menu Taal in het regelpaneel of het deelvenster Teken een taal op geselecteerde tekst toepassen. Ook
kunt u een standaardtaal voor het gehele document of voor alle nieuwe documenten opgeven. (Zie “Een taal toewijzen
aan tekst” op pagina 248.)
Lijsten met uitzonderingswoorden
U kunt woorden opgeven die niet moeten worden gecontroleerd. Als u bijvoorbeeld het woord "jaaromzet" voor uw
bedrijf in een bepaald document als "JaarOmzet" moet schrijven, kunt u "jaaromzet" aan de lijst met uitzonderingen
toevoegen, zodat dit woord tijdens de spellingcontrole niet wordt gemarkeerd. InDesign kan een afzonderlijke set
toegevoegde en verwijderde woorden bijhouden voor iedere geïnstalleerde taal.