Operation Manual
101
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Werken met documenten
Documenten lokaal openen
Voordat u een document opent dat op een netwerkvolume of een verwisselbaar opslagmedium is opgeslagen, kopieert
u dat document en de bijbehorende gekoppelde afbeeldingen eerst naar de vaste schijf van uw computer. Doordat het
vaak langer duurt om een document op een netwerkvolume of een verwisselbaar opslagmedium te openen, kunnen
gegevens verloren of beschadigd raken waardoor het document kan worden beschadigd. Houd er bovendien rekening
mee dat u mogelijk het werk van iemand anders overschrijft als u de lokale bestanden weer naar een netwerkserver
kopieert.
U kunt overwegen een toepassing voor het delen van bestanden, bijvoorbeeld Adobe Version Cue, te gebruiken. (Zie
“Adobe Version Cue” op pagina 104.)
Problemen oplossen voordat een bestand wordt omgezet
Beschadigde bestanden van Adobe PageMaker of QuarkXPress® blijven doorgaans beschadigd wanneer u ze in
InDesign opent. Als er zich bij het omgezette bestand een fout voordoet of het bestand gedraagt zich anders dan
verwacht, moet u het originele bestand in de brontoepassing openen en daar het probleem oplossen.
Documenten opslaan
Sla documenten vaak op en maak een reservekopie van belangrijke bestanden. U kunt overbodige gegevens uit een
document verwijderen door het document met de opdracht Opslaan als op te slaan. Wanneer u de opdracht Opslaan
gebruikt, worden de nieuwe gegevens in het document opgeslagen, maar worden verouderde gegevens zoals
informatie over een verwijderde afbeelding niet verwijderd. Gebruikt u daarentegen de opdracht Opslaan als, dan
wordt het document helemaal opnieuw opgeslagen, met alleen de informatie over objecten en pagina's die op dat
moment in het document staan. Een document dat alleen de noodzakelijke gegevens bevat, neemt minder schijfruimte
in beslag en wordt sneller geopend en afgedrukt.
Ontwerp met beleid
• Maak stijlen in een document. Als u stijlen maakt zonder dat er een document is geopend, kunnen stijlen dubbel
worden weergegeven wanneer u een nieuw document opent. U deelt stijlen in documenten door de stijlen op te
slaan en te laden.
• Gebruik de juiste lettertypen. Wanneer u lettertypen voor een document kiest, moet u zich eerst afvragen hoe u de
tekst wilt opmaken en afdrukken. InDesign werkt goed met OpenType-®, Type 1- (ofwel PostScript) en TrueType-
lettertypen. Door beschadigde of slecht ontworpen lettertypen kan een document beschadigd raken of niet goed
worden afgedrukt. Gebruik dus bij voorkeur alleen lettertypen van de bekende leveranciers van lettertypen. Als u
uw documenten door een servicebureau laat afdrukken, moet u van tevoren overleggen welke lettertypen zij
gebruiken.
• Wees spaarzaam met tekstkaders. Gebruik zo weinig mogelijk tekstkaders. Hoe kleiner het aantal tekstkaders, des
te kleiner is het bestand en des te makkelijker is het om de layout aan te passen.
Het belang van bestandsindelingen voor afbeeldingen
• Gebruik de juiste bestandsindeling voor afbeeldingen. Wanneer u afbeeldingen voor een project maakt, moet u al
een idee hebben hoe u het document wilt afdrukken. U bereikt de beste resultaten wanneer u bestanden in de eigen
indeling van Photoshop en Illustrator gebruikt in plaats van de bestanden om te zetten naar EPS of TIFF. Als u het
document door een servicebureau wilt laten afdrukken, vraagt u van tevoren aan het servicebureau welke
bestandsindeling voor afbeeldingen het beste op hun printers wordt afgedrukt. Het servicebureau kan u ook advies
geven over de optimale resolutie voor afbeeldingen.