Operation Manual
98
INDESIGN CS4 GEBRUIKEN
Layout
4 Kies Doorlopende koptekst (alineastijl) of Doorlopende koptekst (tekenstijl) in het menu Tekst.
5 Geef de volgende opties op:
Stijl Kies de stijl die u in de kop- of voettekst wilt weergeven.
Gebruik Stel in of u de eerste of laatste instantie van de stijl die op de pagina is toegepast, wilt gebruiken. Eerste op
pagina is gedefinieerd als de eerste alinea die (of het eerste teken dat) op een pagina begint, en niet als een alinea die
(of teken dat) op een vorige pagina begint en op de huidige pagina eindigt. Als de stijl niet op de pagina voorkomt,
wordt de vorige instantie van de toegepaste stijl gebruikt. Als er geen vorige instantie van die stijl in het document
voorkomt, is de variabele leeg.
Leestekens aan einde van woorden verwijderen Als deze optie is geselecteerd, wordt de tekst zonder leestekens aan
het einde (punten, dubbele punten, uitroeptekens en vraagtekens) weergegeven.
Hoofd-/kleine letter Selecteer deze optie als u de tekst in de kop- of voettekst met hoofdletters of met kleine letters wilt
weergeven. U kunt bijvoorbeeld de tekst in een voettekst met het hoofdlettergebruik van een zin weergeven, ook als de
kop op de pagina met beginhoofdletters wordt weergegeven.
6 Klik op OK en vervolgens op Gereed in het dialoogvenster Tekstvariabelen.
Nu kunt u de variabele invoegen in de kop- of voettekst die u op de stramienpagina hebt gemaakt.
Tekstvariabelen invoegen
1 Plaats de invoegpositie waar u de variabele wilt invoegen.
2 Kies Tekst > Tekstvariabelen > Variabele invoegen en selecteer de variabele die u wilt invoegen.
De variabele wordt op de pagina weergegeven alsof u de tekst zelf in het document had getypt. Als u bijvoorbeeld de
variabele Aanmaakdatum invoegt, kan de datum 22 december 2007 worden weergegeven. Als u Tekst > Verborgen
tekens tonen kiest, wordt de variabele in een vak geplaatst dat de kleur van de huidige laag heeft.
Tekstvariabelen verwijderen, omzetten en importeren
Met het dialoogvenster Tekstvariabelen kunt u tekstvariabelen verwijderen, omzetten en importeren.
Tekstvariabelen verwijderen
Als u een instantie van een tekstvariabele uit een document wilt verwijderen, hoeft u alleen maar de variabele in kwestie
te selecteren en op de toets Backspace of Delete te drukken. U kunt ook de variabele zelf verwijderen. Daarbij kunt u
bepalen hoe de variabelen die in het document zijn geplaatst, moeten worden vervangen.
1 Kies Tekst > Tekstvariabelen > Opgeven.
2 Selecteer de variabele en klik op Verwijderen.
3 Geef op hoe de variabele moet worden vervangen door een andere variabele op te geven, waarbij u de instanties van
de variabele omzet in tekst of alle instanties van de variabele verwijdert.
Tekstvariabelen omzetten in tekst
• U zet één instantie van een variabele om door de tekstvariabele in het documentvenster te selecteren en vervolgens
Tekst > Tekstvariabelen > Variabele naar tekst omzetten te kiezen.
• U zet alle instanties van een tekstvariabele in het document om door Tekst > Tekstvariabelen > Opgeven te kiezen,
de variabele te selecteren en vervolgens op Omzetten in tekst te klikken.