Operation Manual
INDESIGN CS3
Handboek
91
3 Dubbelklik op het sjabloonbestand.
Een bestaande sjabloon bewerken
1 Kies Bestand > Openen.
2 Selecteer een sjabloon.
3 Selecteer Origineel (Windows) of Origineel openen (Mac OS) en klik op Openen.
Documenten opslaan
Het opslaan van documenten
Als u een document opslaat, slaat u de huidige opmaak, verwijzingen naar bronbestanden, de weergegeven pagina en het
zoomniveau op. Beveilig uw werk door het regelmatig op te slaan. U kunt het bestand opslaan als:
• Een standaarddocument.
• Een kopie van het document. Er wordt een kopie van het document onder een andere naam gemaakt, waarbij het
originele document geopend blijft.
• Een sjabloon. Sjablonen worden doorgaans als een naamloos document geopend. Een sjabloon bevat vooraf ingestelde
instellingen, tekst en afbeeldingen en wordt gebruikt als basis voor andere documenten.
Als u een document opslaat, worden ook de metagegevens (of bestandsgegevens) bijgewerkt die deel uitmaken van het
InDesign-document. Deze metagegevens bestaan uit een miniatuur, lettertypen die worden gebruikt in het document,
kleurenstalen en alle metagegevens in het dialoogvenster Bestandsgegevens, zodat u eenvoudig kunt zoeken op basis van
deze gegevens. Mogelijk wilt u bijvoorbeeld alle documenten zoeken waarin een bepaalde kleur wordt gebruikt.
U kunt deze metagegevens weergeven in Bridge en in het deelvenster Geavanceerd van het dialoogvenster
Bestandsgegevens. Met een voorkeursinstelling kunt u instellen of de voorvertoning wordt bijgewerkt wanneer u opslaat.
De andere metagegevens (lettertypen, kleuren en koppelingen) worden bijgewerkt wanneer u een document opslaat.
Met de opdrachten Opslaan, Opslaan als en Een kopie opslaan slaat u documenten alleen in de bestandsindeling van
InDesign op. Zie de index voor het opslaan van documenten in andere bestandsindelingen.
Als u het document opslaat voor verwerking door een prepress-bureau, worden door InDesign automatisch alle
noodzakelijke bestanden, zoals gekoppelde afbeeldingen en lettertypen, in één map geplaatst. (Zie “Pakketten van
bestanden maken” op pagina 533.)
❖ Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Sla het bestand onder een andere naam op. Kies Bestand > Opslaan als, geef een locatie en bestandsnaam op en klik op
Opslaan. Het bestand met de nieuwe naam wordt het actieve document. Met Opslaan als wordt het bestand mogelijk
kleiner.
• Kies Bestand > Opslaan als u een bestaand document onder dezelfde naam wilt opslaan.
• U slaat alle geopende documenten op de bestaande locaties en onder dezelfde bestandsnamen op met
Control+Alt+Shift+S (Windows) of Command+Option+Shift+S (Mac OS).
• Om een kopie van een document onder een andere naam op te slaan, kiest u Bestand > Een kopie opslaan, geeft u een
locatie en bestandsnaam op en klikt u op Opslaan. De opgeslagen kopie wordt niet het actieve document.
Belangrijk: U voorkomt problemen door geen gereserveerde tekens te gebruiken die in sommige besturingssystemen een speciale
betekenis hebben. Gebruik geen bestandsnamen met spaties, tabtekens of beginpunten of bestandsnamen waarin de volgende
tekens voorkomen: / \ : ; * ? < > , $ %. Gebruik ook geen accenttekens, zoals ü, ñ of é), ook niet bij een niet-Engelse versie van
InDesign. Er kunnen zich dan problemen voordoen als het bestand in kwestie op een ander platform wordt geopend.