Operation Manual

INDESIGN CS3
Handboek
527
Zie ook
Over voorkeuren en standaardinstellingen” op pagina 33
De afdrukopties van PostScript
Kies in het deelvenster Grafisch van het dialoogvenster Afdrukken uit de volgende opties om te bepalen hoe PostScript-
informatie naar de printer moet worden verzonden.
PostScript Definieert het niveau van compatibiliteit met de interpreters in PostScript-uitvoerapparatuur.
Gegevensindeling Geeft aan hoe InDesign de afbeeldingsgegevens van de computer naar een printer verzendt. ASCII
wordt als ASCII-tekst verzonden, die compatibel is met oudere netwerken en parallelle printers, en doorgaans de beste
keuze is voor afbeeldingen die op meerdere platforms worden gebruikt. Met Binair exporteert u als binaire code, die
compacter is dan ASCII maar niet met alle systemen compatibel is.
Opmerking: InDesign kan de gegevensindeling die door grafische EPS- of DCS-bestanden wordt gebruikt, niet altijd
veranderen. Als u problemen hebt met het binair verzenden van gegevens, kunt u in de brontoepassing een andere
gegevensindeling voor de grafische EPS- of DCS-bestanden proberen.
Opties voor het weglaten van afbeeldingen
Met de OPI-opties in het gedeelte Geavanceerd kunt u specifieke soorten geïmporteerde afbeeldingen weglaten wanneer u
afbeeldingsgegevens naar een printer of een bestand verzendt, waarbij alleen de OPI-koppelingen (opmerkingen) voor
latere verwerking door een OPI-server overblijven.
Vervanging OPI-afbeelding InDesign kan EPS-proxy's met lage resolutie bij het uitvoeren vervangen door afbeeldingen
met hoge resolutie. Het vervangen van OPI-afbeeldingen werkt alleen als het EPS-bestand OPI-opmerkingen bevat die de
proxy-afbeelding met lage resolutie koppelen aan de afbeelding met hoge resolutie. InDesign moet toegang hebben tot de
afbeeldingen waaraan de OPI-opmerkingen zijn gekoppeld. Als de versies met hoge resolutie niet beschikbaar zijn, worden
de OPI-koppelingen behouden en de proxy's met lage resolutie opgenomen in het exportbestand. Schakel deze optie uit als
u de OPI-gekoppelde afbeeldingen later in het werkschema wilt laten vervangen door een OPI-server.
Weglaten voor OPI Hiermee kunt u specifieke typen geïmporteerde afbeeldingen (EPS, PDF en bitmapafbeeldingen)
weglaten wanneer u afbeeldingsgegevens naar een printer of een bestand verzendt, waarbij alleen de OPI-koppelingen
(opmerkingen) voor latere verwerking door een OPI-server overblijven. De opmerkingen bevatten de informatie die nodig
is om een afbeelding met een hoge resolutie op een OPI-servertevinden.InDesignneemtalleendeopmerkingenop.Het
prepress-bureau moet bij het vervangen toegang hebben tot de oorspronkelijke afbeelding met hoge resolutie op een server.
De optie Weglaten voor OPI geldt niet voor ingesloten afbeeldingen.
Zie ook
Opties voor het importeren van afbeeldingen” op pagina 319
Kleur beheren
Kleurbeheer bij afdrukken gebruiken
Als u een document met kleurbeheer afdrukt, kunt u aanvullende opties voor het kleurbeheer opgeven om de kleur op de
afdruk consistent te houden. Stel dat het document een profiel bevat dat specifiek is ingesteld voor prepress-uitvoer, maar
u wilt het document op een desktopprinter afdrukken om de kleuren te controleren. In het dialoogvenster Afdrukken kunt
u de kleuren van het document converteren naar de kleurenruimte van de desktopprinter; het printerprofiel wordt gebruikt
in plaats van het huidige documentprofiel. Als u de kleurenruimte Proef en een RGB-printer selecteert, converteert
InDesign kleurgegevens naar RGB-waarden op basis van de geselecteerde kleurenprofielen.
Drukt u op een PostScript-printer af, dan kunt u ook PostScript-kleurbeheer gebruiken. In deze instantie worden de
kleurgegevens van het document in een gekalibreerde versie van de oorspronkelijke kleurenruimte samen met het
documentprofiel direct naar de PostScript-printer verzonden en converteert de printer het document naar de