Operation Manual

INDESIGN CS3
Handboek
515
Als Sectienummering in het dialoogvenster Voorkeuren wordt geselecteerd, kunt u pagina's en paginabereiken precies
zo opgeven zoals deze in de layout worden weergegeven, of u kunt voor absolute nummering kiezen. Een voorbeeld: als
de pagina met de aanduiding SecA:5 de vijftiende pagina in uw document is, kunt u deze afdrukken door in het
dialoogvenster Afdrukken “SecA:5” op te geven of door “+15” op te geven. Het “+”-teken geeft aan dat u de normale
sectie- en paginanummering wilt negeren en absolute paginanummering wilt gebruiken.
Als u niet zeker weet welke indeling u wilt als u paginanummers in het dialoogvenster Afdrukken opgeeft, kunt u de indeling
overnemen die onder in het documentvenster wordt weergegeven.
Het papierformaat en de afdrukstand opgeven
Er is een verschil tussen paginaformaat (zoals gedefinieerd in het dialoogvenster Documentinstelling voor uw document)
en papierformaat (het vel papier, het stuk film of het gebied van de drukplaat waarop u afdrukt). U kunt bijvoorbeeld het
paginaformaat A4 (210 bij 297 mm) instellen, maar afdrukken op een groter stuk papier of film omdat ruimte nodig is voor
drukkersmarkeringen of het afloopgebied en de witruimte rond de pagina.
De papierformaten in InDesign komen uit het PPD-bestand (PostScript-printers) of het printerstuurprogramma (niet-
PostScript-printers). Als de printer en PPD die u voor PostScript-afdrukken hebt geselecteerd, aangepaste papierformaten
ondersteunen, staat de optie Aangepast in het menu Papierformaat.
De meeste imagesetters zijn geschikt voor de standaard papierformaten, zoals Letter en Tabloid, en kunnen dwars
(gekanteld) afdrukken (waarbij de standaardpagina bij het afdrukken 90˚ wordt gedraaid). Bij deze stand worden de
imagesettermedia doorgaans effectiever gebruikt.
Paginaformaat en stand voor imagesetters
A. US Letter (staand) B. Aangepast paginaformaat (staand) C. Letter (gekanteld)
De papierformaten zijn op 'normale' naam (bijvoorbeeld Letter) gesorteerd. De afmetingen geven de grenzen van het
afbeeldingsgebied aan: het totale papierformaat min een eventuele niet-afdrukbare rand die door de printer of imagesetter
wordt gebruikt. De meeste laserprinters kunnen niet tot aan de rand van een pagina afdrukken.
Als u een ander papierformaat selecteert (bijvoorbeeld, als u van Letter overstapt op Legal), worden de documenten
opnieuw in het voorvertoningsvenster geschaald. Het voorvertoningsvenster geeft het volledige afbeeldingsgebied van de
geselecteerde pagina weer. Wanneer de grootte van de voorvertoning wordt gewijzigd, wordt het venster automatisch
aangepast aan het afbeeldingsgebied.
Opmerking: Het afbeeldingsgebied is afhankelijk van het PPD-bestand (zelfs voor standaard papierformaten zoals Letter),
omdat dit gebied door de printer of imagesetter wordt gedefinieerd.
Vergelijking van een afgedrukte pagina in letter-formaat op een vel Letter, Letter.extra of Tabloid
ABC