Operation Manual

INDESIGN CS3
Handboek
451
Compressie Hiermee geeft u op of illustraties moet worden gecomprimeerd en gedownsampled en welke methode en
instellingen daarbij moeten worden gebruikt.
Tekens en aflooptekens Hiermee geeft u drukkersmarkeringen, het afloopgebied en de witruimte rond pagina's op.
Alhoewel dit dezelfde opties zijn als in het dialoogvenster Afdrukken, zijn de berekeningen enigszins anders, omdat de PDF
niet wordt uitgevoerd naar een bekend paginaformaat.
Uitvoer Hiermee bepaalt u hoe kleuren- en PDF/X-uitvoerintentieprofielen worden opgeslagen in het PDF-bestand.
Geavanceerd Hiermee bepaalt u hoe lettertypen, OPI-specificaties, transparantieafvlakking en JDF-instructies in het
PDF-bestand worden opgeslagen.
Beveiliging Hiermee voegt u beveiliging aan het PDF-bestand toe. Er zijn geen beveiligingsopties beschikbaar wanneer u
een PDF-voorinstelling maakt of bewerkt.
Samenvatting Hiermee geeft u een samenvatting van de huidige PDF-instellingen weer. U kunt de afzonderlijke
instellingen bekijken door op de pijl naast een categorie te klikken (bijvoorbeeld de categorie Algemeen). U slaat het
overzicht als een ASCII-tekstbestand op door op Samenvatting opslaan te klikken. Er verschijnt een
waarschuwingspictogram met een uitleg als de instelling in de geselecteerde voorinstelling niet kan worden uitgevoerd
en opnieuw moet worden toegewezen. Als in een voorinstelling bijvoorbeeld bronprofielen zijn opgegeven die niet
overeenkomen met het bestand met de huidige kleurinstellingen, worden de profielen gebruikt die voor het bestand met de
kleurinstellingen zijn opgegeven.
Over PDF/X-standaarden
De PDF/X-standaarden zijn gedefinieerd door de International Organization for Standardization (ISO). Deze standaarden
gelden voor het uitwisselen van grafische inhoud. Tijdens de PDF-conversie wordt het desbetreffende bestand
gecontroleerd aan de hand van de opgegeven standaard. Als de PDF niet voldoet aan de geselecteerde ISO-standaard, wordt
een bericht weergegeven met de vraag of u de conversie wilt annuleren of wilt doorgaan met het maken van een bestand
dat niet compatibel is. Bij de meest gebruikte standaarden voor werkstromen voor publicatie van drukwerk gaat het om
diverse PDF/X-indelingen: PDF/X-1a, PDF/X-3 en (in 2007) PDF/X-4.
Opmerking: Zie de ISO-website en de Adobe-website voor meer informatie over PDF/X.
PDF-compatibiliteitsniveaus
Wanneer u PDF-bestanden maakt, moet u beslissen welke PDF-versie u wilt gebruiken. U kunt de PDF-versie veranderen
door over te schakelen op een andere voorinstelling of door een compatibiliteitsoptie te kiezen wanneer u het bestand
opslaat als PDF of een PDF-voorinstelling bewerkt.
In het algemeen moet u de meest recente versie (in dit geval versie 1.7) gebruiken, tenzij er specifieke behoefte is aan
achterwaartse compatibiliteit. De nieuwste versie bevat alle nieuwste mogelijkheden en functies. Als u echter documenten
maakt die op grote schaal worden verspreid, kunt u wellicht beter Acrobat 5 (PDF 1.4) of Acrobat 6 (PDF 1.5) kiezen, zodat
alle gebruikers het document kunnen bekijken en afdrukken.
In de volgende tabel worden enkele functies vergeleken van PDF-bestanden die met uiteenlopende
compatibiliteitsinstellingen zijn gemaakt.