Operation Manual
INDESIGN CS3
Handboek
378
Kleur inbranden Maakt de basiskleur donkerder waardoor de overvloeikleur zichtbaar wordt. Overvloeien met wit heeft
geen enkel effect.
Donkerder maken Selecteert de basis- of overvloeikleur als resulterende kleur (de donkerste kleur wordt geselecteerd).
Gebieden die lichter zijn dan de overvloeikleur worden vervangen. Gebieden die donkerder zijn, veranderen niet.
Lichter maken Selecteert de basis- of overvloeikleur als resulterende kleur (de lichtste kleur wordt geselecteerd). Gebieden
die donkerder zijn dan de overvloeikleur, worden vervangen. Gebieden die lichter zijn, veranderen niet.
Verschil Trekt de overvloeikleur van de basiskleur of de basiskleur van de overvloeikleur af, afhankelijk van welke kleur de
grootste helderheidswaarde heeft. Bij overvloeien met wit worden de waarden van de basiskleur omgekeerd. Bij overvloeien
met zwart verandert er niets.
Uitsluiting Maakt een effect dat gelijk is aan de Verschil-modus, alleen het contrast is lager. Overvloeien met wit keert de
basiskleurcomponenten om. Overvloeien met zwart heeft geen enkel effect.
Kleurtoon Maakt een resulterende kleur met de luminantie en verzadiging van de basiskleur en de kleurtoon van de
overvloeikleur.
Verzadiging Maakt een kleur met de luminantie en verzadiging van de basiskleur en de kleurtoon van de overvloeikleur.
Als u met deze modus in een gebied zonder verzadiging (grijs) schildert, gebeurt er niets.
Kleur Maakt een resulterende kleur met de luminantie van de basiskleur en de kleurtoon en verzadiging van de
overvloeikleur. Op deze manier blijven de grijsniveaus in de illustraties behouden en kunt u heel makkelijk monochrome
illustraties kleuren en gekleurde illustraties een tint geven.
Helderheid Maakt een resulterende kleur met de kleurtoon en verzadiging van de basiskleur en de luminantie van de
overvloeikleur. Het effect van deze modus is het tegenovergestelde van het effect van de modus Kleur.
Opmerking: Pas de overvloeimodi Verschil, Uitsluiting, Kleurtoon, Verzadiging, Kleur en Helderheid niet toe op objecten met
steunkleuren. Zo voorkomt u dat er ongewenste kleuren aan het document worden toegevoegd. Zie “Aanbevolen methoden bij
het maken van transparantie” op pagina 385 voor meer informatie.
Overvloeimodi isoleren
Wanneer u een overvloeimodus toepast op een object, vloeien alle kleuren over in de onderliggende objecten. Als u het
overvloeien wilt beperken tot specifieke objecten, kunt u deze objecten groeperen en vervolgens de optie Isoleer overvloei
toepassen op de groep. Met de optie Isoleer overvloei zorgt u dat de kleuren alleen overvloeien in de groep, zodat objecten
buiten de groep niet worden gewijzigd. (Deze optie is nuttig bij groepen objecten waarop een andere overvloeimodus dan
Normaal is toegepast.)
Groep (ster en cirkel) zonder de optie Isoleer overvloei (links) in vergelijking met de optie wel ingeschakeld.
Hetisbelangrijktebegrijpendatuovervloeimoditoepastopafzonderlijkeobjecten,maardatudeoptieIsoleerovervloei
toepast op de groep. Met deze optie wordt het overvloeien beperkt tot de groep. De optie heeft geen invloed op
overvloeimodi die rechtstreeks op de groep worden toegepast.
1 Pas de overvloeimodi en de instellingen voor dekking toe op afzonderlijke objecten waarvoor u het overvloeien wilt
isoleren.
2 Selecteer de objecten die u wilt isoleren met het gereedschap Selecteren.
3 Kies Object > Groeperen.