Operation Manual
INDESIGN CS3
Handboek
377
De weergave van transparantie uitschakelen
Als u de weergaveprestaties wilt verbeteren, kunt u de weergave van transparantie tijdelijk uitschakelen. Als u de weergave
van transparantie op het scherm uitschakelt, wordt de transparantie echter niet uitgeschakeld bij het afdrukken of
exporteren van het bestand.
❖ Kies Weergave > Weergaveprestaties > Snelle weergave.
Kleuren laten overvloeien
Instellen hoe kleuren overvloeien
U kunt de kleuren tussen twee overlappende objecten in elkaar laten overvloeien aan de hand van overvloeimodi. U kunt
overvloeimodi gebruiken om de manier te wijzigen waarop de kleuren van gestapelde objecten in elkaar overvloeien.
1 Selecteer een of meer objecten of een groep.
2 Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Kies een overvloeimodus in het menu van het deelvenster Effecten, bijvoorbeeld Normaal of Bedekken.
• Kies een overvloeimodus in het menu in het gebied Transparantie van het dialoogvenster Effecten.
Opties voor overvloeimodi
De overvloeimodi bepalen welke invloed de basiskleur, de onderliggende kleur in de illustratie, heeft op de overvloeikleur,
de kleur van het geselecteerde object of de groep met objecten. De resulterende kleur is de kleur die ontstaat na het
overvloeien.
Normaal Kleurt de selectie met de overvloeikleur zonder interactie met de basiskleur. Dit is de standaardmodus.
Vermenigvuldigen Vermenigvuldigt de basiskleur met de overvloeikleur. De resulterende kleur is altijd donkerder. Elke
willekeurige kleur die met zwart wordt vermenigvuldigd, wordt ook zwart. Elke willekeurige kleur die met wit wordt
vermenigvuldigd, blijft ongewijzigd. U krijgt een vergelijkbaar effect wanneer u met meerdere magische markeringen op
de afbeelding tekent.
Raster Vermenigvuldigt de omkering van de overvloei- en basiskleuren. De resulterende kleur is altijd lichter. Wanneer u
met zwart rastert, blijft de kleur ongewijzigd. Wanneer u met wit rastert, wordt de kleur wit. U krijgt een vergelijkbaar effect
wanneer u meerdere dia's bovenop elkaar projecteert.
Bedekken In deze modus worden de kleuren vermenigvuldigd of gerasterd, afhankelijk van de basiskleur. Patronen of
kleuren bedekken de bestaande illustraties. Hierbij blijven de accentueringen en schaduwen van de basiskleur behouden,
terwijl de overvloeikleur wordt gemengd om de lichtheid en donkerte van de oorspronkelijke kleur weer te geven.
Zwak licht In deze modus worden de kleuren donkerder of lichter gemaakt, afhankelijk van de werkkleur. Dit geeft
ongeveer hetzelfde effect als diffuus licht op een schilderij.
Als de overvloeikleur (lichtbron) lichter is dan 50% grijs, wordt de illustratie lichter, alsof deze is tegengehouden. Als de
overvloeikleur donkerder is dan 50% grijs, wordt de illustratie donkerder, alsof deze is doorgedrukt. Wanneer u met zuiver
zwart of wit kleurt, wordt het gebied donkerder of lichter, maar niet echt zuiver zwart of wit.
Fel licht In deze modus worden de kleuren vermenigvuldigd of gerasterd, afhankelijk van de overvloeikleur. Dit geeft
ongeveer hetzelfde effect als een felle lamp op een schilderij.
Als de overvloeikleur (lichtbron) lichter is dan 50% grijs, wordt de illustratie lichter, alsof deze is gerasterd. Hiermee kunt
u illustraties meer hooglichten meegeven. Als de overvloeikleur donkerder is dan 50% grijs, wordt de illustratie donkerder,
alsof deze is vermenigvuldigd. Hiermee kunt u een schaduweffect aan illustraties meegeven. Schilderen met zuiver zwart
of zuiver wit resulteert in zuiver zwart of wit.
Kleur tegenhouden Maakt de basiskleur helderder waardoor de overvloeikleur zichtbaar wordt. Overvloeien met zwart
heeft geen enkel effect.