Operation Manual
INDESIGN CS3
Handboek
341
Objecten in een stapel schikken
Overlappende objecten worden gestapeld in de volgorde waarin ze zijn gemaakt of geïmporteerd. U kunt de stapelvolgorde
van objecten wijzigen in het submenu Schikken.
Het schikken van objecten is niet hetzelfde als het gebruiken van het palet Lagen. Elke benoemde laag bevat een aparte
stapel objecten. De opdrachten in het menu Object > Schikken werken alleen op het stapelen in elke benoemde laag. Als u
geen benoemde lagen hebt gemaakt, bevat uw document één stapel objecten op één standaardlaag. Objecten in stramienen
bevinden zich op de achtergrond van elke benoemde laag.
Opmerking: Het groeperen van objecten kan de stapelvolgorde van objecten wijzigen ten opzichte van niet-gegroepeerde
objecten.
1 Selecteer het object dat u voor- of achteruit wilt verplaatsen in een stapel.
2 Ga als volgt te werk:
• Als u een geselecteerd object voor- of achter aan een stapel wilt plaatsen, kiest u Object > Schikken > Naar voorgrond of
Object > Schikken > Naar achtergrond.
• Alsueengeselecteerdobjectvoor-ofachteruitenvoorbijhetvolgendeobjectineenstapelwiltplaatsen,kiestuObject>
Schikken > Naar voren of Object > Schikken > Naar achteren.
Objecten transformeren
Overzicht van het deelvenster Transformeren
Met het deelvenster Transformeren kunt u geometrische gegevens van een geselecteerd object bekijken of opgeven, zoals
waarden voor positie, grootte, rotatie en schuintrekken. De opdrachten in het menu van dit deelvenster bieden extra opties
en snelle werkwijzen voor het roteren of spiegelen van objecten.
Opmerking: De knoppen en menuopdrachten in het deelvenster Transformeren zijn ook beschikbaar in het regelpaneel.
Venster Transformeren
A. Indicator voor het referentiepunt B. Pictogram Verhoudingen behouden C. Deelvenstermenu
Het deelvenster Transformeren weergeven
❖
Kies Venster > Object en layout > Transformeren.
Geometrische gegevens van objecten bekijken
Als u een object selecteert, kunt u de geometrische gegevens ervan in het deelvenster Transformeren en het regelpaneel
bekijken. Als u meerdere objecten selecteert, hebben de gegevens betrekking op alle geselecteerde objecten als eenheid.
❖ Selecteer een of meerdere objecten en open het deelvenster Transformeren (Venster > Object en layout >
Transformeren).
De positiegegevens zijn relatief ten opzichte van de oorsprong van de liniaal en het referentiepunt van het object.
Hoekgegevens zijn relatief aan het plakbord, waar een horizontale lijn een hoek van 0˚ heeft.
Transformatie-instellingen wijzigen
Het deelvenster Transformeren bevat meerdere opties die bepalen hoe objecten worden getransformeerd en hoe
transformaties worden weergegeven in het regelpaneel en in het deelvenster Transformeren.
A
B
C