Operation Manual

INDESIGN CS3
Handboek
339
Als u aanvullende objecten wilt toevoegen aan de selectie, drukt u op Shift terwijl u een selectierechthoek over de
aanvullende objecten sleept met het gereedschap Selecteren. U deselecteert objecten door over geselecteerde objecten te
slepen.
U kunt dezelfde technieken gebruiken met het gereedschap Direct selecteren om in groepen of kaders geneste objecten te
selecteren.
Alle objecten selecteren of deselecteren
Als u alle objecten op een spread en het bijbehorende plakbord wilt deselecteren, kiest u Bewerken > Alles deselecteren. U
kunt ook op het gereedschap Selecteren of Direct selecteren klikken en vervolgens op minstens 3 pixels afstand van het
object klikken.
Het effect van de opdracht Alles selecteren is afhankelijk van de situatie:
Als het gereedschap Selecteren actief is, worden alle paden en kaders op de spread en het plakbord geselecteerd en
worden de desbetreffende selectiekaders geactiveerd.
Als het gereedschap Direct selecteren actief is en een object is geselecteerd met het gereedschap Direct selecteren,
worden met Alles selecteren alle ankerpunten van het object geselecteerd, maar worden andere objecten niet
geselecteerd. Als er niets is geselecteerd en u Alles selecteren kiest, worden alle padobjecten op de spread en het plakbord
geselecteerd.
Als het gereedschap Tekst actief is en de invoegpositie in een tekstkader staat (te herkennen aan een knipperende
verticale lijn), worden met Alles selecteren alle tekst in dat tekstkader en alle daarmee verbonden tekstkaders
geselecteerd. Er worden dan echter geen andere objecten geselecteerd.
Als een object in een groep is geselecteerd, selecteert u met Alles selecteren de resterende objecten in de groep, maar niet
de andere objecten in de spread.
1 Selecteer het gereedschap dat u wilt gebruiken. Selecteer desgewenst een object of plaats de invoegpositie in een
tekstkader.
2 Kies Bewerken > Alles selecteren.
Opmerking: Met de opdracht Alles selecteren kunt u de volgende elementen niet selecteren: geneste objecten, objecten op
verborgen of vergrendelde lagen, stramienpagina-items die niet worden overschreven op documentpagina's en objecten op
andere spreads en plakborden (met uitzondering van verbonden tekst).
Geneste of overlappende objecten selecteren
Een object in een container of in een kader wordt een genest object genoemd. Er bestaan drie gebruikelijke vormen van
nesten: paden in kaders, kaders in kaders en groepen in groepen. Let altijd goed op welke objecten of objectkenmerken u
wilt selecteren, welke al geselecteerd zijn en welke gereedschappen u nodig hebt voor de diverse bewerkingen.
U bestuurt de selecties in geneste groepen met de gereedschappen Direct selecteren en Selecteren en met de knoppen
Inhoud selecteren en Container selecteren. Met het gereedschap Tekst kunt u altijd teksttekens selecteren, ongeacht hoe
diep een tekstkader is genest.
Geneste, gegroepeerde of overlappende objecten selecteren
Wanneer u objecten nest of boven elkaar plaatst in dezelfde laag, kan het lastig zijn één object of kader te selecteren. Het
menu Object en het contextmenu bevatten selectieopties waarmee u eenvoudiger het gewenste object kunt selecteren.
Geneste objecten selecteren
A. Geselecteerde afbeelding B. Het pad van het kader met de afbeelding is geselecteerd C. Groep met geselecteerd kader
C A B