Operation Manual

INDESIGN CS3
Handboek
332
Een geïmporteerd bestand vervangen met de opdracht Plaatsen
1 Ga op een van de volgende manieren te werk:
Om de inhoud van een afbeeldingskader te vervangen, zoals een geïmporteerde afbeelding, selecteert u het kader met
het gereedschap Selecteren .
Om de inhoud van een tekstkader te vervangen, klikt u met het gereedschap Tekst op een invoegpositie in een tekstkader
en kiest u Bewerken > Alles selecteren.
2 Kies Bestand > Plaatsen.
3 Ga naar het nieuwe bestand en selecteer het.
4 Controleer of Geselecteerd item vervangen is geselecteerd en klik vervolgens op Openen.
Originele illustraties bewerken
MetdeopdrachtOrigineelbewerkenkuntudemeesteillustratiesopenenindetoepassingwaarinuzehebtgemaaktenze
in deze toepassing wijzigen. Als u het oorspronkelijke bestand eenmaal hebt opgeslagen, wordt het document waaraan u
het bestand hebt gekoppeld, bijgewerkt met de nieuwe versie.
Opmerking: Als u in InDesign in plaats van de afbeelding een beheerd afbeeldingskader (dat is geëxporteerd naar InCopy)
uitcheckt en selecteert, wordt de afbeelding in InCopy geopend.
1 Voer een van de volgende handelingen uit:
In het deelvenster Koppelingen, selecteer de verbinding en druk op de Origineel bewerken toets . U kunt ook
Origineel bewerken kiezen in het deelvenstermenu.
Selecteer de gekoppelde illustratie op de pagina en kies Bewerken > Origineel bewerken.
Selecteer in Illustrator de gekoppelde illustratie op de pagina en klik vervolgens op de knop Origineel bewerken in het
deelvenster Beheer.
2 Sla het bestand op nadat u wijzigingen hebt aangebracht in de originele toepassing.
Objectbibliotheken
Over objectbibliotheken
Met objectbibliotheken kunt u de afbeeldingen, tekst en pagina's indelen die u het meeste gebruikt. U kunt ook
liniaalhulplijnen, rasters, getekende vormen en gegroepeerde afbeeldingen aan een bibliotheek toevoegen. Het aantal
bibliotheken is onbeperkt. U kunt bijvoorbeeld aparte objectbibliotheken per project of klant maken.
Het aantal bibliotheken dat u tijdens een werksessie kunt openen, is afhankelijk van het systeemgeheugen.
Objectbibliotheken kunnen op servers en allerlei platforms worden gebruikt, maar per keer kan er maar één gebruiker de
bibliotheek openen. Als een objectbibliotheek tekstbestanden bevat, controleert u of de lettertypen beschikbaar en actief
zijn op alle systemen die de bibliotheek zullen gebruiken.
Wanneer u een pagina-element zoals een afbeelding aan een objectbibliotheek toevoegt, blijven alle geïmporteerde of
toegepaste kenmerken behouden. Als u bijvoorbeeld een afbeelding uit een InDesign-document aan een bibliotheek
toevoegt, is de kopie in de bibliotheek een duplicaat van het origineel, inclusief de koppelingsinformatie van het origineel,
zodat u de afbeelding kunt bijwerken wanneer het bestand op de schijf wordt gewijzigd.
Verwijdert u het object uit het InDesign-document, dan blijft de miniatuur van het object in het deelvenster Bibliotheek
staan en blijven de koppelingsgegevens intact. Als u het originele object verplaatst of verwijdert, wordt het pictogram voor
ontbrekende koppelingen naast de naam van het object weergegeven in het deelvenster Koppelingen wanneer u het object
vanaf het deelvenster Bibliotheek in een document plaatst.
Binnen elke objectbibliotheek kunt u items opzoeken op titel, op datum waarop ze aan de bibliotheek zijn toegevoegd, en
op sleutelwoorden. Ook kunt u de weergave van een objectbibliotheek vereenvoudigen door de items in de bibliotheek te
sorteren en hun subsets weer te geven. U kunt bijvoorbeeld alle items behalve EPS-bestanden verbergen.