Operation Manual

INDESIGN CS3
Handboek
275
Maakt u een index voor meerdere documenten in een boek, dan maakt of opent u het document dat voor de index moet
worden gebruikt en plaatst u dat document in het boek.
2 Kies Index genereren in het menu van het deelvenster Index. Geef instellingen op voor de volgende opties:
Typ voor Titel de tekst die boven aan de index komt te staan. Selecteer voor de opmaak van de titel een stijl in het
pop-upmenu Stijl.
Selecteer Bestaande index vervangen om een bestaande index bij te werken. De optie is grijs als u geen index hebt
gegenereerd.
Selecteer Inclusief boekdocumenten om een enkele index te maken voor alle documenten in de actieve boekenlijst om
de pagina's van het boek opnieuw te nummeren. Schakel deze optie uit als u alleen een index voor het actieve document
wilt maken.
Selecteer Inclusief items op verborgen lagen als u indexmarkeringen op verborgen lagen in de index wilt opnemen.
Klik op Meer opties als u de extra indexopties wilt bekijken.
3 Klik op OK. Als u de optie Bestaande index vervangen uitschakelt, verschijnt er een geladen-tekstpictogram. Plaats het
artikel van de index op dezelfde manier als elke andere tekst.
Wijzigingen die u aanbrengt door items in de index te bewerken, worden overschreven wanneer u de index opnieuw
genereert. Voor het beste resultaat bewerkt u de index in het deelvenster Index en genereert u vervolgens de index opnieuw.
Opties voor het opmaken van een index
Als u op Meer opties in het venster Index genereren klikt, verschijnen er opmaakopties waarmee u de stijl en de vormgeving
van de gegenereerde index kunt bepalen. InDesign bevat een aantal ingebouwde alinea- en tekenstijlen waarmee u de
gegenereerde index kunt opmaken. U kunt ook eigen stijlen maken en selecteren. Nadat u de index hebt gegenereerd, kunt
u deze stijlen in de deelvensters Alineastijlen en Tekenstijlen bewerken.
Index met geneste items
A. Titel B. Sectiekop C. Item niveau 1 D. Subitem niveau 2 E. Onderwerp F. Kruisverwijzing
Als u de scheidingstekens voor indexitems (zoals de waarden voor Volgend onderwerp of Tussen items) wilt vervangen,
selecteert u het bestaande scheidingsteken en typt of kiest u een vervangend teken.
Genest of Run-in Selecteer Genest als u de index wilt opmaken in de standaardstijl, waarbij de subitems genest als
afzonderlijke, inspringende alinea's onder een item worden weergegeven. Selecteer Run-in als u wilt dat alle niveaus van
een indexitem in één alinea worden weergegeven. De optie Tussen items bepaalt door welk teken de items van elkaar
worden gescheiden.
Inclusief sectiekoppen index Selecteer deze optie om sectiekoppen te genereren die uit letters bestaan (A, B, C enz.) die de
volgende sectie aangeven.
Inclusief lege indexsecties Selecteer deze optie om sectiekoppen te genereren voor alle letters van het alfabet, zelfs als er in
de index geen items van het eerste niveau staan die met een bepaalde letter beginnen.
Niveau-opmaak Kies voor elk indexniveau een alineastijl die op elk niveau van indexitems moet worden toegepast. Nadat
u de index hebt gegenereerd, kunt u deze stijlen bewerken in het deelvenster Alineastijlen.
Sectiekop Selecteer de alineastijl waarmee de sectiekoppen (A, B, C, enz.) in de gegenereerde index zijn opgemaakt.
Paginanummer Selecteer de tekenstijl waarmee de paginanummers in de gegenereerde index zijn opgemaakt. Deze
instelling heeft geen invloed op indexitems die u met de optie Andere stijl op nummer toepassen hebt opgemaakt.
B
A
C
D
E F