Operation Manual
INDESIGN CS3
Handboek
268
• In een goed opgezette index worden de onderwerpen consequent gepresenteerd. Veel voorkomende indexproblemen
ontstaan door het door elkaar halen van kleine letters en hoofdletters (katten en Katten) en enkelvoud en meervoud (kat
en katten). Gebruik een onderwerpenlijst om de termen consistent te houden.
• Kijk uw index diverse keren na voordat u de index gaat genereren. Zoek naar dubbele items, zwakke onderwerpgebieden,
spelfouten en inconsistenties in hoofdlettergebruik en formulering. De woorden Tijger, tijger en tijgers worden
bijvoorbeeld als afzonderlijke items beschouwd.
Werkschema voor het maken van een index
U maakt als volgt een index:
1. Maak een onderwerpenlijst (optioneel). Een onderwerpenlijst zorgt voor consistentie bij de indexitems. (Zie “Een
onderwerpenlijst voor een index maken” op pagina 269.)
2. Voeg indexmarkeringen toe. Voeg indexmarkeringen toe op de pagina's in uw document waar de indexitems naar
moeten verwijzen. (Zie “Indexitems toevoegen” op pagina 270.)
3. Genereer de index. Als u de index genereert, wordt een reeks items voor markeringen met de bijbehorende
paginanummers gemaakt. (Zie “Een index genereren” op pagina 274.)
4. Laat het indexartikel doorlopen. Gebruik de cursor voor geladen tekst om de index te laten doorlopen in een tekstkader.
Normaal gesproken zult u de index op een nieuwe pagina willen laten beginnen. Nadat u de index hebt laten doorlopen,
kunt u de pagina's en index gaan opmaken.
U zult deze stappen waarschijnlijk diverse malen uitvoeren voordat de index geschikt is om te worden gepubliceerd.
Opwww.adobe.com/go/vid0220_nl vindt u een video over het maken van een index.
Overzicht van het deelvenster Index
In het deelvenster Index (Venster > Tekst en tabellen > Index) kunt u de index maken, bewerken en een voorvertoning
ervan bekijken. Dit deelvenster bevat twee modi: Verwijzing en Onderwerp. In de modus Verwijzing worden complete
indexitems voor het actieve document of boek in de voorvertoning weergegeven. In de modus Onderwerp worden alleen
onderwerpen en geen paginanummers of kruisverwijzingen in de voorvertoning weergegeven. De modus Onderwerp
wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het maken van de indexstructuur, terwijl in de modus Verwijzing indexitems worden
toegevoegd.
In de modus Verwijzing worden de indexitems in alfabetische volgorde gezet en op beginletter onderverdeeld. Met het
driehoekje naast de items kunt u het item uit- of samenvouwen en zo subitems, paginanummers en kruisverwijzingen
weergeven of verbergen.
De volgende codes vervangen de paginaverwijzingen bij indexitems die waarschijnlijk niet in de gegenereerde index
worden opgenomen.
PB Geeft indexitems op het plakbord aan. Deze items worden echter niet in de gegenereerde index weergegeven.
HL Geeft indexitems op een verborgen laag aan. Bij het genereren van de index kunt u deze indexitems al dan niet openen.
PN Geeft indexitems in overlopende tekst aan. Wanneer u deze items in de gegenereerde index opneemt, staat er bij die
items geen paginanummer.
Stramien Geeft indexitems op een stramienpagina aan. Deze items worden echter niet in de gegenereerde index
weergegeven.
Klik op een driehoekje om een afzonderlijk item samen te vouwen of uit te vouwen. Houd Ctrl (Windows) of Command
(Mac OS) ingedrukt en klik op een driehoekje om alle subitems voor dat item uit te vouwen of samen te vouwen.
Kies Voorvertoning bijwerken in het menu van het deelvenster Index om het voorvertoningsgebied bij te werken. Deze
optie is vooral handig als u het document grondig hebt bewerkt of indexmarkeringen in het documentvenster hebt
verplaatst.