Operation Manual
INDESIGN CS3
Handboek
252
Tabel- en celstijlen
Over tabel- en celstijlen
Net zoals u alinea- en tekenstijlen kunt gebruiken om tekst op te maken, kunt u tabel- en celstijlen gebruiken om tabellen
op te maken. Een tabelstijl is een verzameling kenmerken voor tabelopmaak, zoals tabelranden en rij- en kolomlijnen, die
u in één keer kunt toepassen. Een celstijl bevat opmaakkenmerken als celinzetten, alineastijlen en lijnen en vullingen.
Wanneer u een stijl bewerkt, worden alle tabellen of cellen waarop deze stijl is toegepast automatisch bijgewerkt.
De stijlen [Basistabel] en [Geen]
Standaard beschikt elk nieuw document over een stijl [Basistabel] die u kunt toepassen op nieuwe tabellen en over een stijl
[Geen] die u kunt toepassen om op cellen toegepaste celstijlen te verwijderen. U kunt de stijl [Basistabel] bewerken, maar
u kunt de stijl [Basistabel] of [Geen] niet hernoemen of verwijderen.
Celstijlen gebruiken in tabelstijlen
Wanneer u een tabelstijl maakt, kunt u opgeven welke celstijlen worden toegepast in verschillende delen van de tabel: kop-
en voettekstrijen, linker- en rechterkolommen en bodyrijen. U kunt bijvoorbeeld aan de koptekstrij een celstijl toewijzen
die een alineastijl toepast, en aan de linker- en rechterkolom kunt u andere celstijlen toewijzen die gekleurde achtergronden
toepassen.
Celstijlen die zijn toegepast op gebieden in een tabelstijl
A. Koptekstrij die is opgemaakt met een celstijl die een alineastijl bevat B. Linkerkolom C. Bodycellen D. Rechterkolom
Celstijlkenmerken
Celstijlen beschikken niet altijd over alle opmaakkenmerken van een geselecteerde cel. Wanneer u een celstijl maakt, kunt
u opgeven welke kenmerken in de stijl worden opgenomen. Op die manier worden bij het toepassen van de celstijl alleen
de gewenste kenmerken, zoals de kleur van de celvulling, toegepast en worden alle andere celkenmerken buiten
beschouwing gelaten.
Opmaakprioriteiten in cellen
Als er een conflict optreedt in de opmaak die wordt toegepast op een tabelcel, wordt de volgende volgorde van prioriteit
gebruikt om te bepalen welke opmaak wordt gebruikt:
Celstijlprioriteit 1. 1. Koptekst/voettekst 2. Linkerkolom/rechterkolom 3. Bodyrijen. Als een cel bijvoorbeeld zowel in de
koptekst als in de linkerkolom staat, wordt de opmaak van de koptekstcelstijl gebruikt.
Tabelstijlprioriteit 1. 1. Celoverschrijvingen 2. Celstijl 3. Celstijlen die zijn toegepast van een tabelstijl 4.
Tabeloverschrijvingen 5. Tabelstijlen. Als u bijvoorbeeld een vulling toepast met gebruik van het dialoogvenster Celopties
en een andere vulling toepast met gebruik van de celstijl, wordt de vulling uit het dialoogvenster Celopties gebruikt.
Op www.adobe.com/go/vid0084_nl vindt u een video over het gebruik van tabelstijlen.
A
BCD