Operation Manual
INDESIGN CS3
Handboek
250
Een lijn aan cellen toevoegen met het deelvenster Lijn
1 Selecteer de cel of cellen waaraan u een lijn wilt toevoegen. Als u een lijn op een kop- of voettekst wilt toepassen,
selecteert u de kop- of voettekstrij.
2 Kies Venster > Lijn om het deelvenster Lijn te openen.
3 Geef in de voorvertoningsproxy aan op welke lijnen de wijzigingen moeten worden toegepast.
4 Selecteer indien nodig de knop Object in de gereedschapsset. (Als de knop Tekst is geselecteerd, worden de
lijnwijzigingen toegepast op de tekst en niet op de cellen.)
5 Geef een dikte en lijntype op.
Een vulling toevoegen aan cellen
1 Selecteer de cel of cellen waaraan u een lijn wilt toevoegen. Als u een vulling op kop- of voettekstcellen wilt toepassen,
selecteert u de kop- of voettekstrij.
2 Kies Venster > Stalen om het deelvenster Stalen te openen.
3 Zorg dat de knop Object is geselecteerd. (Als de knop Tekst is geselecteerd, worden de kleurwijzigingen alleen
toegepast op de tekst en niet op de cellen.)
4 Selecteer een staal.
Een verloop toevoegen aan cellen
1 Selecteerdecellendieuwiltopmaken.Alsueenverloopopkop-ofvoettekstcellenwilttoepassen,selecteertudekop-
of voettekstrij.
2 Kies Venster > Verloop om het deelvenster Verloop te openen.
3 Klik in de verloopbalk om een verloop toe te passen op de geselecteerde cellen. Pas de verloopinstellingen naar wens aan.
Diagonale lijnen aan een cel toevoegen
1 Plaats met het gereedschap Tekst de invoegpositie in een cel of selecteer de cel of cellen waaraan u diagonale lijnen
wilt toevoegen.
2 Kies Tabel > Celopties > Diagonale lijnen.
3 Klik op de knop voor het type diagonale lijn dat u wilt toevoegen.
4 Geef bij Lijn de dikte, het type, de kleur en de tussenruimte op. Stel een tintpercentage en overdrukopties in en klik
op OK.
5 Kies Diagonaal op voorgrond in het menu Tekenen als u de diagonale lijn vóór de inhoud van de cel wilt plaatsen en
Inhoud op voorgrond als u de diagonale lijn achter de celinhoud wilt plaatsen. Klik vervolgens op OK.
Lijn- en vulopties voor tabellen
Gebruik de volgende opties als u lijnen en vullingen voor een tabel of cellen gaat selecteren:
Dikte Bepaalt de lijndikte van een tabel- of celrand.
Type Bepaalt de lijnstijl, zoals Dik-Dun en Ononderbroken.
Kleur Bepaalt de kleur van de tabel- of celrand. De weergegeven opties zijn beschikbaar in het deelvenster Stalen.
Tint Bepaalt het inktpercentage van de opgegeven kleur die op de lijn of vulling moet worden toegepast.
Kleur tussenruimte Past een kleur op de gebieden tussen de strepen, punten of lijnen toe. Deze optie is niet beschikbaar als
Ononderbroken is geselecteerd voor Type.
Tint tussenruimte Past een tint op de gebieden tussen de strepen, punten of lijnen toe. Deze optie is niet beschikbaar als
Ononderbroken is geselecteerd voor Type.
Overdrukken Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt de inkt die in de keuzelijst Kleur is geselecteerd, over de andere
kleuren 'gesmeerd' en worden die inktkleuren niet verwijderd.