Operation Manual

176
Hoofdstuk 7: Tekst en objecten
combineren
Verfraai uw ontwerp door afbeeldingen en tekst te combineren met behulp van verankerde objecten, tekstomloop of
padtekst.
Verankerde objecten
Over verankerde objecten
Verankerde objecten zijn items, bijvoorbeeld afbeeldingen of tekstvakken, die aan tekst zijn gekoppeld, oftewel verankerd.
Als de tekst doorloopt, wordt het verankerde object verplaatst met de tekst die het anker bevat. Gebruik verankerde
objecten voor alle objecten die u wilt koppelen aan een tekstregel of tekstblok, zoals zijbalken en bijschriften, figuren of
pictogrammen die aan een bepaald woord zijn gekoppeld.
U kunt een verankerd object maken door een object (of kader) in de tekst te plakken of te plaatsen met het gereedschap
Tekst of met de opdracht Verankerd object invoegen. Als u het object plaatst, wordt in InDesign een ankerpuntmarkering
bij de invoegpositie ingevoegd. Verankerde objecten nemen de kenmerken voor roteren en schuintrekken over van het
tekstkader waaraan zij zijn verankerd, zelfs als het object buiten het tekstkader is geplaatst. U kunt het object selecteren en
deze kenmerken wijzigen.
U kunt verankerde objecten maken die op een van de volgende posities worden geplaatst:
Inline Lijnt het verankerde object uit op de basislijn van de invoegpositie. U kunt het object boven of onder de basislijn
plaatsen door de Y-verschuiving aan te passen. Dit is het standaardtype verankerd object. In de vorige versies van InDesign
worden deze objecten inline-afbeeldingen genoemd.
Boven regel Plaatst het verankerde object met behulp van de volgende uitlijningsopties boven de regel: Links, Gecentreerd,
Rechts, Naar rug, Weg van rug en (Tekstuitlijning). Tekstuitlijning is de uitlijning die wordt toegepast op de alinea waarin
het ankerpunt staat.
Aangepast Plaatst het verankerde object op de positie die u definieert in het dialoogvenster Opties verankerd object. U
kunt het object op een willekeurige positie binnen of buiten het tekstkader plaatsen.
Opmerking: U kunt inline-objecten of objecten die boven de regel zijn geplaatst met padtekst gebruiken. (Zie “Verankerde
objecten toevoegen aan padtekst” op pagina 193.)
Voorbeelddocument met verankerde objecten
A. Inline B. Boven de regel (links uitgelijnd) C. Aangepast (uitgelijnd op de rand van het tekstkader)
A
B
C