Operation Manual

INDESIGN CS3
Handboek
171
Standaardobjectstijlen gebruiken
Voor elk nieuw document wordt in het deelvenster Objectstijlen een standaardset met objectstijlen weergegeven. Wanneer
u een object maakt, wordt er een objectstijl op toegepast. Als u een tekstkader maakt, wordt standaard de objectstijl
[Basistekstkader] toegepast. De objectstijl [Basisafbeeldingskader] wordt toegepast wanneer u een pad of vorm tekent.
Plaatst u een afbeelding of tekent u een vorm voor een plaatsaanduiding met een X erin, dan wordt de objectstijl [Geen]
toegepast. U kunt een andere objectstijl als de standaardobjectstijl voor elk van deze objecttypen selecteren.
U wijzigt de standaardstijl voor een tekstkader door Standaardtekstkaderstijl in het menu van het deelvenster
Objectstijlen te kiezen en vervolgens de objectstijl te selecteren.
U wijzigt de standaardstijl voor een afbeeldingskader door Standaardafbeeldingskaderstijl in het menu van het
deelvenster Objectstijlen te kiezen en vervolgens de objectstijl te selecteren.
Om de standaardstijl voor een objecttype te wijzigen sleept u het pictogram dat het standaardobjecttype aangeeft, van de
ene objectstijl naar een andere objectstijl.
Opmerking: Als u een objectstijl selecteert als er geen kader is geselecteerd, wordt die objectstijl de nieuwe standaardobjectstijl
voor tekst of afbeeldingen, afhankelijk van het gereedschap dat in de gereedschapsset is geselecteerd.
U kunt de basisstijlen veranderen maar niet verwijderen.
Overschrijvingen objectstijl wissen
Een overschrijving wil zeggen dat de opmaak die is toegepast op een object, verschilt van een deel van de stijldefinitie die is
toegepast op dat object. Wanneer u een object met een overschrijving selecteert, staat er een plusteken (+) naast de naam
van de stijl.
Gebruik de opdracht Overschrijvingen wissen als u elke opmaak wilt overschrijven die in de objectstijl is in- of
uitgeschakeld, en gebruik de opdracht Kenmerken wissen die niet door stijl worden gedefinieerd als u genegeerde
kenmerken wilt wissen.
Zie ook
Categorieën objectstijl” op pagina 170
Overschrijvingen objectstijl wissen
1 Selecteer een object of groep die u wilt wijzigen.
2 Klik onder in het deelvenster Objectstijlen op de knop Overschrijvingen wissen .
Een overschrijving wordt alleen weergegeven als het toegepaste kenmerk onderdeel van de stijl is.
Kenmerken wissen die geen onderdeel van een objectstijl zijn
U kunt kenmerken uit een object verwijderen, zelfs als deze kenmerken in een stijl worden genegeerd. Als bijvoorbeeld de
categorie Vulling wordt genegeerd in een objectstijl en u past een rode vulling op een kader toe waarop de objectstijl is
toegepast, wordt de rode vulling verwijderd als u klikt op de knop Kenmerken wissen die niet door stijl worden
gedefinieerd.
Opmerking: Als een categorie met objectstijlen is uitgeschakeld en niet wordt genegeerd, gebruikt u de opdracht
Overschrijvingen wissen om de stijl te overschrijven.
1 Selecteer een object of groep die u wilt wijzigen.
2 Klik onder in het deelvenster Objectstijlen op de knop Kenmerken wissen die niet door stijl worden gedefinieerd .
De naam van een objectstijl wijzigen
1 Zorg ervoor dat er geen objecten zijn geselecteerd zodat er geen stijl per ongeluk kan worden toegepast.
2 Dubbelklik in het deelvenster Objectstijlen op de objectstijl waarvan u de naam wilt wijzigen.
3 Typ in het dialoogvenster Opties objectstijl de gewenste naam voor de stijl en klik op OK.