Operation Manual
INDESIGN CS3
Handboek
161
2 Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Klik op de naam van de alineastijl in het deelvenster Alineastijlen.
• Selecteer de naam van de alineastijl in het regelpaneel.
• Druk op de sneltoets die aan de stijl is toegewezen. (Num-Lock moet zijn ingeschakeld.)
3 Als er nog ongewenste opmaak in de tekst staat, kiest u Overschrijvingen wissen in het deelvenster Alineastijlen.
Opeenvolgende stijlen op meerdere alinea's toepassen
De optie Volgende stijl bepaalt welke stijl er automatisch wordt toegepast wanneer u na het toepassen van een stijl op Enter
of Return drukt. Ook bepaalt deze optie welke stijlen er worden toegepast wanneer u meerdere alinea's selecteert en een
stijl via het contextmenu toepast. Als u meerdere alinea's selecteert en een stijl toepast waaraan de optie Volgende stijl is
gekoppeld, wordt de stijl die bij deze optie is opgegeven, op de tweede alinea toegepast. Als aan die stijl ook de optie
Volgende stijl is gekoppeld, wordt de volgende stijl op de derde alinea toegepast, enzovoort.
Stel dat u voor de opmaak van een krantenkolom drie stijlen gebruikt: Titel, Naamregel en Platte tekst. Titel gebruikt
Naamregel als de volgende stijl, Naamregel gebruikt Platte tekst als de volgende stijl en Platte tekst gebruikt [Zelfde stijl] als
de volgende stijl. Als u een geheel artikel selecteert, inclusief de titel, de naamregel van de auteur en de alinea's in het artikel,
en vervolgens via het contextmenu de stijl Titel toepast, wordt de eerste alinea van het artikel opgemaakt met de stijl Titel,
de tweede alinea met de stijl Naamregel en de overige alinea's met de stijl Platte tekst.
Voor en na het toepassen van een stijl met Volgende stijl.
1 Selecteer de alinea's waarop de stijlen moeten worden toegepast.
2 Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Control ingedrukt en klik (Mac OS) in het deelvenster Alineastijlen
op de bovenliggende stijl, kies Toepassen [naam stijl] en vervolgens Volgende stijl.
Als de tekst opmaakoverschrijvingen of tekenstijlen bevat, kunt u met het contextmenu ook overschrijvingen en/of
tekenstijlen verwijderen.
Teken- en alineastijlen bewerken
Een van de voordelen van stijlen is dat wanneer u een stijldefinitie wijzigt, alle tekst die met die stijl is opgemaakt,
automatisch wordt bijgewerkt met de nieuwe stijldefinitie.
Opmerking: Als u stijlen bewerkt in InCopy-inhoud die aan een InDesign-document is gekoppeld, worden de wijzigingen
overschreven wanneer de gekoppelde inhoud wordt bijgewerkt.
1 Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de stijl niet op de geselecteerde tekst wilt toepassen, klikt u met de rechtermuisknop (Windows) of houdt u Control
ingedrukt en klikt u (Mac OS) op de stijlnaam in het deelvenster Stijlen en kiest u Bewerken [stijlnaam].
• Dubbelklik in het deelvenster Stijlen op de naam van de stijl of selecteer de stijl en kies Stijlopties in het menu van het
deelvenster Stijlen. De stijl wordt hiermee toegepast op geselecteerde tekst of het geselecteerde tekstkader. Als er geen
tekst of tekstkader is geselecteerd, stelt u de stijl als de standaardstijl in voor de tekst die u in nieuwe kaders gaat typen.
2 Wijzig de instellingen in het dialoogvenster en klik op OK.