Operation Manual
INDESIGN CS3
Handboek
116
U kunt dan aangepaste voorinstellingen selecteren in het menu Voorinstelling in het dialoogvenster Importopties wanneer
u een Word- of RTF-bestand opent.
Geïmporteerde tekstbestanden koppelen of insluiten
Standaard is tekst die u in InDesign plaatst, niet gekoppeld aan het originele tekstbestand. Selecteert u de voorkeurenoptie
Koppelingen maken bij het plaatsen van tekst- en spreadsheetbestanden voordat u het bestand plaatst, dan wordt de naam
van het tekstbestand in het deelvenster Koppelingen weergegeven. U kunt het bestand met het deelvenster Koppelingen
bijwerken en beheren. Als u een gekoppeld tekstbestand bijwerkt, gaan alle bewerkings- of opmaakkenmerken die zijn
toegepast binnen InDesign verloren. Vanwege dit risico worden verbonden tekstbestanden niet automatisch bijgewerkt als
het originele bestand wordt bewerkt. U kunt het gekoppelde bestand echter gemakkelijk bijwerken via het deelvenster
Koppelingen.
1 Ga op een van de volgende manieren te werk:
• U past deze wijziging op een document toe door het document te openen.
• U past deze wijziging op nieuwe documenten toe door alle documenten te sluiten.
2 Kies Bewerken > Voorkeuren > Tekst (Windows) of InDesign > Voorkeuren > Tekst (Mac OS).
3 U maakt koppelingen in geplaatste bestanden door Koppelingen maken bij het plaatsen van tekst- en
spreadsheetbestanden te selecteren. Als deze optie is ingeschakeld, gebruikt u het deelvenster Koppelingen voor het
bijwerken, opnieuw koppelen of verwijderen van koppelingen. Als deze optie is uitgeschakeld, worden tekstbestanden
ingesloten (niet gekoppeld).
Zie ook
“Over koppelingen en ingesloten afbeeldingen” op pagina 328
“Stijlen van Word naar InDesign-stijlen converteren” op pagina 160
Tekst met verbindingen
Tekstkaders verbinden
Tekst in een kader kan onafhankelijk zijn van andere kaders of kan lopen tussen verbonden kaders. Om tekst tussen
verbonden kaders te laten doorlopen, moet u eerst de kaders verbinden. Verbonden kaders kunnen zich op dezelfde pagina
of spread bevinden, of op een andere pagina in het document. Tekst die doorloopt in meerdere kaders, heet tekst met
verbindingen.
Elk tekstkader heeft een inpoort en een uitpoort waarmee het tekstkader aan andere tekstkaders kan worden gekoppeld. Een
lege in- of uitpoort geeft het begin respectievelijk het einde van een artikel aan. Een pijl in een poort geeft aan dat het kader
is gekoppeld aan een ander kader. Een rood plusteken (+) in een uitpoort geeft aan dat er nog meer tekst in het artikel is
die moet worden geplaatst, maar dat er geen tekstkader meer is waarin de tekst kan worden geplaatst. Deze verborgen tekst
wordt overlopende tekst genoemd.
Verbonden kaders
A. Inpoort aan begin van artikel B. Uitpoort die koppeling met volgend tekstkader aangeeft C. Ve rb on de n t ek st D. Inpoort die verbinding met
vorig kader aangeeft E. Uitpoort die overlopende tekst aangeeft
A
B
E
D
C