Operation Manual
Afbeeldingen - uitlijning en tussenruimten
Instellingen toepassen op verankerde objecten
Afbeeldingsomzetting
GIF-opties (Palet)
JPEG-opties (Kwaliteit afbeelding)
JPEG-opties (Indelingmethode)
Exportinstellingen van object negeren
CSS-opties
Ingesloten CSS
Geen CSS
Externe CSS (CS5.5)
Aanvullende CSS (CS6)
Met Ten opzichte van pagina stelt u een relatief percentage in op basis van de grootte van de afbeelding ten opzichte van de breedte van de
InDesign-pagina. Door deze optie worden de afbeeldingen proportioneel geschaald ten opzichte van de breedte van het leesgebied.
Stel de afbeeldingsuitlijning (links, gecentreerd, rechts), de ruimte voor en ruimte na in.
Schakel dit selectievakje in als u deze instellingen op alle verankerde objecten wilt toepassen.
Hiermee kunt u kiezen of de geoptimaliseerde afbeeldingen in het document worden omgezet in GIF, JPEG of PNG. Als u
Automatisch kiest, bepaalt InDesign per geval welke bestandsindeling moet worden gebruikt. Als u PNG kiest, worden de compressie-instellingen
van de afbeelding uitgeschakeld;gebruik PNG voor afbeeldingen zonder gegevensverlies of voor afbeeldingen die transparantie bevatten.
Hiermee kunt u bepalen hoe de kleuren worden verwerkt bij het optimaliseren van GIF-bestanden. Bij de GIF-indeling wordt
een beperkt kleurenpalet met maximaal 256 kleuren gebruikt.
Kies Aangepast (geen dither) om een palet te maken met behulp van een representatief voorbeeld van kleuren in de afbeelding zonder enige vorm
van dithering (extra kleuren simuleren door kleine puntjes kleuren te mengen). Kies Web om een palet van webveilige kleuren te maken. Deze
kleuren zijn een subset van de systeemkleuren van Windows en Mac OS. Kies Systeem (Win) of Systeem (Mac) om met behulp van het
ingebouwde kleurenpalet een palet te maken. Dit kan tot onverwachte resultaten leiden.
Selecteer Interliniëren om de afbeeldingen te laden door ontbrekende lijnen geleidelijk in te vullen. Als u deze optie niet selecteert, ziet een
afbeelding er wazig uit en wordt deze geleidelijk aan gedetailleerder weergegeven naarmate de volledige resolutie wordt bereikt.
Hiermee kunt u voor elke gemaakte JPEG-afbeelding een afweging maken tussen compressie (voor kleinere
bestanden) en kwaliteit van de afbeelding. Een lage resolutie levert het kleinste bestand op, maar resulteert ook in de slechtste kwaliteit.
Hiermee kunt u bepalen hoe snel JPEG-afbeeldingen worden weergegeven wanneer het bestand met de
afbeelding op het web wordt geopend. Kies Progressief om de JPEG-afbeeldingen geleidelijk en steeds gedetailleerder te laten weergeven als ze
naar een webbrowser worden gedownload. (De bestanden die met deze optie worden gemaakt, zijn iets groter en hebben meer RAM-geheugen
nodig om te kunnen worden weergegeven.) Kies Basislijn als u de JPEG-afbeeldingen pas wilt laten weergegeven wanneer ze helemaal zijn
gedownload. Zolang het bestand niet is gedownload, wordt er een leeg vak weergegeven.
Hiermee worden de Exportopties voor object die op afzonderlijke afbeeldingen zijn toegepast,
genegeerd. Zie Exportopties voor object toepassen.
Geavanceerde opties
Stel in het gebied Geavanceerd de CSS- en JavaScript-opties in.
Cascading Style Sheets (CSS) zijn een verzameling opmaakregels die de weergave van inhoud op een webpagina bepalen.
Wanneer u met CSS een pagina opmaakt, scheidt u de inhoud van de presentatie. De inhoud van de pagina, de HTML-code, staat in het HTML-
bestand, terwijl de CSS-regels die bepalen hoe de code wordt weergegeven, in een ander bestand (een extern stijlblad) of in het HTML-document
(doorgaans in de kopsectie) staan. U kunt voor geselecteerde tekst bijvoorbeeld verschillende tekengrootten opgeven en met CSS de opmaak en
plaatsing van blokelementen op een webpagina bepalen.
Bij het exporteren naar XHTML kunt u een lijst met CSS-stijlen maken die in de kopsectie van het HTML-bestand met
declaraties (kenmerken) wordt weergegeven.
Als u Inclusief stijldefinities selecteert, probeert InDesign de kenmerken van de InDesign-tekstopmaak te laten overeenkomen met CSS-
equivalenten. Als u deze optie niet selecteert, bevat het HTML-bestand lege declaraties. U kunt deze declaraties naderhand in bewerken
in Dreamweaver.
Als u Lokale overschrijvingen behouden selecteert, wordt lokale opmaak zoals cursief of vet in het bestand opgenomen.
Selecteer deze optie als u het CSS-gedeelte uit het HTML-bestand wilt weglaten.
Hiermee kunt u de URL van het externe CSS-stijlblad opgeven. Deze URL is doorgaans een relatieve URL, zoals
“/styles/style.css”. Er wordt in InDesign niet gecontroleerd of de CSS bestaat of geldig is. Met Dreamweaver moet u dus de externe CSS-
instelling bevestigen.
Geef CSS op met de knop Stijlpagina toevoegen.
617