Operation Manual
In het deelvenster Objectstatussen kunt u een onbeperkt aantal statussen maken voor een object. Steeds wanneer u een status maakt, genereert
u een andere versie van uw pagina-item. Er is slechts één status tegelijk zichtbaar op een pagina. En alleen de actieve status wordt weergegeven
in de uiteindelijke afdruk en PDF-uitvoer.
Een presentatie van objecten met meerdere statussen maken
Objecten met meerdere statussen worden vooral gebruikt in presentaties, zodat gebruikers kunnen klikken om een aantal afbeeldingen in een
SWF-bestand te bekijken. U kunt bijvoorbeeld een presentatie van 20 afbeeldingen maken zonder dat u de afbeeldingen op 20 verschillende
pagina's hoeft te plaatsen.
1. Plaats de afbeeldingen die u in de presentatie wilt opnemen.
U bereikt de beste resultaten wanneer de afbeeldingskaders even groot zijn.
Een status hoeft niet per sé één item te zijn, het kan ook een verzameling items zijn.
2. Als u afbeeldingen wilt stapelen, selecteert u de gewenste afbeeldingen en klikt u op Horizontaal midden uitlijnen
en Verticaal midden
uitlijnen
in het regelpaneel.
3. Zorg dat de afbeeldingen geselecteerd blijven, open het deelvenster Statussen (Venster > Interactief > Objectstatussen) en klik op de knop
Selectie omzetten in object met meerdere statussen
.
De afbeeldingen worden als statussen weergegeven in het deelvenster Objectstatussen en geselecteerde afbeeldingen worden omringd door
een onderbroken kader.
4. Maak navigatieknoppen die de acties Naar volgende status en Naar vorige status activeren wanneer een gebruiker de muisknop loslaat. Zie
Knoppen maken.
5. Gebruik het deelvenster Voorvertoning (Venster > Interactief > Voorvertoning EPUB-interactiviteit /SWF-voorvertoning) om de
navigatieknoppen te testen.
6. Exporteer het document naar de SWF-indeling. Zie Interactieve documenten.
Een object met meerdere statussen bewerken
1. Selecteer een object met meerdere statussen.
2. Voer in het deelvenster Objectstatussen een of meer van de volgende handelingen uit:
Als u een status wilt bewerken, selecteert u de desbetreffende status in het deelvenster Objectstatussen en bewerkt u het object. U kunt
bijvoorbeeld een lijn of vulling toevoegen of het formaat van het object wijzigen.
Als u een object aan een bestaande status wilt toevoegen, selecteert u zowel het object als het object met meerdere statussen en klikt u
op de knop Objecten aan zichtbare status toevoegen
.
Als u een object aan een bestaand object met meerdere statussen wilt toevoegen, selecteert u zowel het object als het object met
meerdere statussen en klikt u op de knop Selectie omzetten in object met meerdere statussen
.
U dupliceert een status door een status te selecteren waarop u de nieuwe status wilt baseren en Nieuwe status te kiezen in het
deelvenstermenu. Voeg de inhoud van die status toe of verwijder of bewerk deze.
Als u objecten in een bestaande status wilt plakken, knipt of kopieert u een of meerdere objecten, selecteert u eerst het object met
meerdere statussen en daarna de status in het deelvenster Objectstatussen. Kies vervolgens Plakken in status in het menu van het
deelvenster Objectstatussen.
Als u een object met meerdere statussen wilt omzetten in een aantal onafhankelijke objecten, selecteert u de status in het deelvenster
Objectstatussen en kiest u Status vrijgeven voor objecten in het deelvenstermenu. Selecteer Alle statussen vrijgeven voor objecten als u
alle statussen in het object met meerdere statussen wilt omzetten in objecten.
Als u een status en de bijbehorende inhoud wilt verwijderen, selecteert u de desbetreffende status en kiest u Status verwijderen in het
deelvenstermenu.
Kies Verborgen totdat activering plaatsvindt in het deelvenstermenu als u het object met meerdere statussen in het geëxporteerde
bestand wilt verbergen tot het door een knop wordt geactiveerd.
Kies Alle objecten met meerdere statussen opnieuw instellen in het deelvenstermenu als u de oorspronkelijke status van alle objecten
met meerdere statussen in het document wilt herstellen. Wanneer u een status selecteert, blijft die status actief, ook als u het document
opent en weer sluit. Zo kunt u alle objecten met meerdere statussen snel opnieuw instellen.
477