Operation Manual

Opmerking:
Handmatige ligaturen
Breuken
Rangtelwoord
Sierletter
Alternatieven titelformaat
Context-afhankelijke alternatieven
Alles in kleinkapitaal
Nul met schuine streep
Stilistische sets
Positionele vormen
Superscript/Superior en Subscript/Inferior
Teller en noemer
Tabellarische uitlijning
Kenmerken van OpenType-lettertypen
Wanneer u een OpenType-lettertype gebruikt, kunt u specifieke OpenType-kenmerken selecteren in het menu van het regelpaneel of in het
deelvenster Teken wanneer u tekst opmaakt of stijlen definieert.
In OpenType-lettertypen kunnen grote verschillen voorkomen in het aantal beschikbare tekststijlen en functies. Als een OpenType-
functie niet beschikbaar is, staat deze tussen vierkante haakjes (bijvoorbeeld [Sierletter]) in het menu van het regelpaneel.
Een lettertypeontwerp kan optionele ligaturen bevatten die u niet altijd moet inschakelen. Als u deze optie selecteert,
kunnen deze extra optionele ligaturen worden gebruikt, mits ze aanwezig zijn. Voor meer informatie over ligaturen gaat u naar Ligaturen toepassen
op letterparen.
Getallen die door een schuine streep van elkaar worden gescheiden (zoals 1/2), worden omgezet naar een breuk, op voorwaarde dat
breuken beschikbaar zijn.
Rangtelwoorden als 1e en 2e worden opgemaakt met de letters in superscript (1 en 2 ), op voorwaarde dat rangtelwoorden
beschikbaar zijn. Letters zoals de a en o in de Spaanse woorden segunda (2 ) en segundo (2 ) worden eveneens correct opgemaakt.
Indien beschikbaar kunt u werken met standaardsierletters en contextafhankelijke sierletters, die alternatieve kapitalen en einde-woord-
alternatieven kunnen bevatten.
Indien beschikbaar worden tekens geactiveerd die voor titels in hoofdletters worden gebruikt. Als u deze optie in
bepaalde lettertypen gebruikt voor tekst die zowel in hoofdletters als kleine letters is opgemaakt, kan dat tot ongewenste resultaten leiden.
Indien beschikbaar worden context-afhankelijke ligaturen en bijbehorende alternatieven geactiveerd. In
bepaalde scriptlettertypen worden alternatieve tekens opgenomen waarmee letters beter aan elkaar kunnen worden geschreven. Zo kan het
letterpaar “bl” in het woord “bloem” worden samengevoegd, zodat het woord handgeschreven lijkt. Deze optie is standaard geselecteerd.
Als u deze optie selecteert voor lettertypen met echte kleinkapitalen, worden alle tekens in kleinkapitalen omgezet. Ga voor
meer informatie naar Het hoofdlettergebruik van tekst wijzigen.
Als u deze optie selecteert, wordt het cijfer 0 weergegeven met een schuine streep erdoor. In bepaalde lettertypen
(vooral versmalde lettertypen), kan het moeilijk zijn om het cijfer 0 te onderscheiden van de hoofdletter O.
Bepaalde OpenType-lettertypen bevatten alternatieve glyph-sets die zijn ontworpen voor het esthetische effect. Een stilistische
set is een groep met glyph-alternatieven die kan worden toegepast op afzonderlijke tekens of op een tekstbereik. Als u een andere stilistische set
selecteert, worden de glyphs gebruikt die in de set zijn gedefinieerd, in plaats van de standaard-glyphs. Als een glyph-teken in een stilistische set
wordt gebruikt in combinatie met een andere OpenType-instelling, wordt de glyph uit de set vervangen door de glyph met de afzonderlijke
instelling. U kunt de glyphs voor elke set zien in het deelvenster Glyphs.
In sommige cursieve scripts en in talen zoals het Arabisch, is de vorm van een teken soms afhankelijk van de positie in een
woord. Het teken is anders van vorm aan het begin van een woord (eerste positie), in het midden (middenpositie) of aan het einde van een woord
(laatste positie). Het teken kan bovendien een andere vorm krijgen als het alleen voorkomt (geïsoleerde positie). Selecteer een teken en kies een
optie voor Positionele vormen om het de juiste opmaak te geven. Met de optie Algemene vorm wordt het algemene teken ingevoegd. Met de optie
Automatische vorm wordt een tekenvorm ingevoegd die is gebaseerd op de positie van het teken binnen een woord en op het feit of het teken in
isolatie voorkomt.
Sommige OpenType-lettertypen bevatten verhoogde of verlaagde glyphs waarvan het formaat op
basis van dat van omringende tekens wordt aangepast. Als een OpenType-lettertype deze glyphs voor niet-standaardbreuken niet bevat, kunt u
wellicht beter de kenmerken Teller en Noemer gebruiken.
Sommige OpenType-lettertypen zetten alleen basisbreuken (zoals 1/2 of 1/4) om en niet de niet-standaardbreuken (zoals 4/13
of 99/100) naar breukglyphs. Pas in dergelijke gevallen de kenmerken Teller en Noemer op deze niet-standaardbreuken toe.
Cijfers met volledige hoogte en identieke breedte zijn beschikbaar. Deze optie komt van pas als getallen op regels
e e
a o
377