Operation Manual

Objectstijlen
Naar boven
Naar boven
Over objectstijlen
Overzicht van het deelvenster Objectstijlen
Objectstijlen definiëren
Objectstijlen toepassen
Standaardobjectstijlen gebruiken
Overschrijvingen objectstijl wissen
De koppeling met een objectstijl verbreken
De naam van een objectstijl wijzigen
Objectstijlen bewerken
Een objectstijl verwijderen
Een objectstijl opnieuw definiëren
Objectstijlen importeren
Over objectstijlen
Net zoals u met alinea- en tekenstijlen snel tekst kunt opmaken, kunt u met objectstijlen snel afbeeldingen en kaders opmaken. Objectstijlen
bevatten instellingen voor lijnen, kleur, transparantie, slagschaduwen, alineastijlen, tekstomloop, enzovoort. U kunt verschillende transparantie-
effecten toewijzen aan het object, de vulling, lijn en tekst.
U kunt objectstijlen toepassen op objecten, groepen en kaders (waaronder tekstkaders). Een stijl kan alle objectinstellingen wissen en vervangen
of alleen bepaalde instellingen vervangen en andere instellingen ongewijzigd laten. U kunt opgeven door welke instellingen de stijl wordt beïnvloed
of een categorie uitsluiten van de instellingen in de definitie.
U kunt objectstijlen ook op kaderrasters toepassen. Standaard gebruikt elk kaderraster dat u maakt de objectstijl [Basisraster]. U kunt de stijl
[Basisraster] bewerken of u kunt andere objectstijlen op het raster toepassen. Wanneer u een objectstijl voor een kaderraster maakt of bewerkt,
kunt u in de sectie Artikelopties de schrijfrichting, het kadertype en het benoemde raster opgeven.
Wanneer u stijlen wijzigt, kan het voorkomen dat diverse stijlen sommige kenmerken delen. In plaats van die kenmerken telkens weer in te stellen
wanneer u de volgende stijl definieert, kunt u de ene objectstijl op een andere objectstijl baseren. Wanneer u de basisstijl wijzigt, worden gedeelde
kenmerken uit de 'bovenliggende' stijl die ook in de 'onderliggende' stijl voorkomen, eveneens gewijzigd.
Overzicht van het deelvenster Objectstijlen
Met het deelvenster Objectstijlen kunt u objectstijlen maken, benoemen en toepassen. Voor elk nieuw document wordt in het deelvenster in eerste
instantie een standaardset met objectstijlen weergegeven. Objectstijlen worden opgeslagen bij het document en in het deelvenster weergegeven
wanneer u dat document opent. Het pictogram Tekstkader
markeert de standaardstijl voor tekstkaders en het pictogram Afbeeldingskader
markeert de standaardstijl voor afbeeldingskaders en getekende vormen.
Met het deelvenster Objectstijlen kunt u objectstijlen maken, benoemen en toepassen. Voor elk nieuw document wordt in het deelvenster in eerste
instantie een standaardset met objectstijlen weergegeven. Objectstijlen worden opgeslagen bij het document en in het deelvenster weergegeven
wanneer u dat document opent. Het pictogram Tekstkader
markeert de standaardstijl voor tekstkaders, het pictogram Afbeeldingskader
markeert de standaardstijl voor afbeeldingskaders en het pictogram Raster markeert de standaardstijl voor kaderrasters.
Het deelvenster Objectstijl openen
Kies Venster > Stijlen > Objectstijlen.
364