Operation Manual
Y verschuiven
Binnen bovenste/onderste kolomgrenzen houden
Opmerking:
Handmatige positionering voorkomen
Voorvertoning
Naar boven
Verplaatst het object omhoog of omlaag. Bij een positieve waarde wordt het object omlaag verplaatst.
Houdt het object binnen de tekstkolom als dit anders buiten de grenzen zou vallen vanwege
het doorlopen van de tekst. In dergelijke gevallen wordt de onderkant van het object uitgelijnd op de onderste inzet of wordt de bovenkant van het
object uitgelijnd op de bovenste inzet. Zo kan een verankerd object aan de zijkant van een tekstregel en in het midden van een kolom er prima
uitzien. Als deze optie echter niet is geselecteerd, kan het object onder de kolomrand of gedeeltelijk buiten de pagina terechtkomen als het
ankerpunt naar de onderkant van de kolom doorloopt. Wanneer deze optie is geselecteerd, kunt u het object niet tot boven of onder de
kolomgrenzen slepen. Als u het formaat van het object wijzigt, wordt het indien nodig opnieuw uitgelijnd op de boven- of ondergrens van de
kolom. Deze optie is alleen beschikbaar als u een regeloptie selecteert, zoals Regel (basislijn) voor Y ten opzichte van.
Als in InDesign de positie van het object wordt gewijzigd zodat dit binnen de grenzen van de kolom valt, wordt de waarde voor de
opgegeven Y-verschuiving met een plusteken (+) in het dialoogvenster weergegeven.
Hiermee zorgt u ervoor dat het verankerde object niet kan worden verplaatst door het te slepen of
stapsgewijs te verschuiven op de pagina.
Geeft de aanpassingen die u voor de positie aanbrengt, op de pagina weer.
Een verankerd object met aangepaste positie positioneren
Let op het volgende wanneer u met het dialoogvenster Opties verankerd object verankerde objecten met aangepaste positionering gaat plaatsen.
Er zijn vier hoofdopties voor aangepaste positionering: de twee referentiepuntproxy's en de menu's X ten opzichte van en Y ten opzichte van.
Deze opties werken allemaal samen bij de bepaling van de locatie van het object. Wat u bijvoorbeeld kiest voor X ten opzichte van en Y ten
opzichte van, is bepalend voor het referentiepunt voor de verankerde positie. Dat kan een tekstkader, een tekstregel binnen een kolom of
een hele pagina zijn. In de volgende afbeelding ziet u hoe u de locatie van het object kunt wijzigen door een ander referentiepunt te kiezen,
terwijl de opties voor X ten opzichte van en Y ten opzichte van ongewijzigd blijven.
De locatie van het verankerde object wijzigen (X ten opzichte van ingesteld op Tekstkader; Y ten opzichte van ingesteld op Regel (basislijn))
A. Het punt rechtsonder op de proxy voor het verankerde object en het punt links van het midden op de proxy voor de verankerde positie kiezen.
B. De proxy voor het verankerde object wijzigen naar het punt van de linkerbovenhoek en het proxypunt van de verankerde positie links van het
midden behouden C. De proxy van het verankerde object linksboven behouden en het proxypunt van de verankerde positie wijzigen naar rechts
van het midden
Als u een verankerd object wilt maken dat op dezelfde positie op de pagina blijft staan (bijvoorbeeld de linkerbovenhoek) terwijl tekst
doorloopt en dat alleen wordt verplaatst als de tekst op een andere pagina doorloopt, verankert u het object op de paginamarges of
paginaranden. Stel bijvoorbeeld X ten opzichte van en Y ten opzichte van in op Paginamarge en klik op het referentiepunt in de
linkerbovenhoek van het object
en op het referentiepunt in de linkerbovenhoek van het pagina-item . Als de tekst doorloopt, blijft het
264