Operation Manual

Verankerde objecten
Naar boven
Inline
Boven regel
Aangepast
Opmerking:
Over verankerde objecten
Een verankerd object maken
Een verankerd object met aangepaste positie positioneren
Werken met verankerde objecten met behulp van slepen en neerzetten (CS5.5)
Verankerde objecten selecteren en kopiƫren
Ankerpunten voor verankerde objecten weergeven op de pagina
Een verankerd object handmatig opnieuw positioneren op de pagina
Het formaat van een verankerd object wijzigen
Een verankerd object vrijgeven
Over verankerde objecten
Verankerde objecten zijn items, bijvoorbeeld afbeeldingen of tekstvakken, die aan tekst zijn gekoppeld, oftewel verankerd. Als de tekst doorloopt,
wordt het verankerde object verplaatst met de tekst die het anker bevat. Gebruik verankerde objecten voor alle objecten die u wilt koppelen aan
een tekstregel of tekstblok, zoals zijbalken en bijschriften, figuren of pictogrammen die aan een bepaald woord zijn gekoppeld.
U kunt een verankerd object maken door een object (of kader) in de tekst te plakken of te plaatsen met het gereedschap Tekst of met de opdracht
Verankerd object invoegen. Als u het object plaatst, wordt in Adobe InDesign CS4 een ankerpuntmarkering bij de invoegpositie ingevoegd.
Verankerde objecten nemen de kenmerken voor roteren en schuintrekken over van het tekstkader waaraan zij zijn verankerd, zelfs als het object
buiten het tekstkader is geplaatst. U kunt het object selecteren en deze kenmerken wijzigen.
U kunt verankerde objecten maken die op een van de volgende posities worden geplaatst:
Lijnt het verankerde object uit op de basislijn van de invoegpositie. U kunt het object boven of onder de basislijn plaatsen door de Y-
verschuiving aan te passen. Dit is het standaardtype verankerd object. In de vorige versies van InDesign worden deze objecten inline-
afbeeldingen genoemd.
Plaatst het verankerde object met behulp van de volgende uitlijningsopties boven de regel: Links, Gecentreerd, Rechts, Naar rug,
Weg van rug en (Tekstuitlijning). Tekstuitlijning is de uitlijning die wordt toegepast op de alinea waarin het ankerpunt staat.
Plaatst het verankerde object op de positie die u definieert in het dialoogvenster Opties verankerd object. U kunt het object op een
willekeurige positie binnen of buiten het tekstkader plaatsen.
U kunt inline-objecten of objecten die boven de regel zijn geplaatst met padtekst gebruiken. (Zie Verankerde objecten aan padtekst
toevoegen.)
Voorbeelddocument met verankerde objecten
259