Operation Manual

Opmerking:
Naar boven
wanneer u het document opent in een eerdere versie van InDesign.
1. Kies Bestand > Opslaan (CS6) of Bestand > Exporteren (CS5).
2. Kies InDesign Markup Language (IDML) in het menu Bestandstype (Windows) of opmaak (Mac OS).
3. Klik op Opslaan.
U kunt het IDML-bestand openen in de oudere versie van InDesign en het omzetten in een naamloos InDesign-document.
Als u het InDesign CS5-document in InDesign CS3 wilt openen, opent u het geëxporteerde IDML-bestand in InDesign CS4 en slaat
u het document op. Vervolgens exporteert u het als een INX-bestand (InDesign CS3 Interchange) en opent u het geëxporteerde INX-bestand in
InDesign CS3. Zorg ervoor dat alle versies van InDesign volledig zijn bijgewerkt.
Werken met metagegevens
Metagegevens zijn een aantal gestandaardiseerde gegevens over een bestand, zoals de auteursnaam, resolutie, kleurruimte, auteursrecht en
toegepaste sleutelwoorden. Met behulp van metagegevens kunt u uw workflow stroomlijnen en uw bestanden ordenen.
Over de XMP-standaard
Metagegevensinformatie wordt opgeslagen met de Extensible Metadata Platform-standaard (XMP), waarop Adobe Bridge, Adobe Illustrator,
Adobe InDesign en Adobe Photoshop zijn gebouwd. XMP is samengesteld op basis van XML en in de meeste gevallen worden de metagegevens
in het bestand opgeslagen. Indien het niet mogelijk is om de informatie in het bestand op te slaan, worden metagegevens in een apart bestand
opgeslagen, een zogenaamd secundair bestand. XMP vereenvoudigt het uitwisselen van metagegevens tussen Adobe-toepassingen en tussen
verschillende publicatieworkflows. U kunt bijvoorbeeld de metagegevens van een bestand als een sjabloon opslaan en de metagegevens
vervolgens importeren in andere bestanden.
Metagegevens die in andere indelingen zijn opgeslagen, zoals de Exif-, IPTC (IIM)-, GPS- en TIFF-indelingen, worden gesynchroniseerd en
beschreven met XMP, zodat ze gemakkelijker kunnen worden weergegeven en beheerd. Andere toepassingen en functies maken ook gebruik van
XMP om te communiceren en om informatie (zoals opmerkingen bij een versie) op te slaan. U kunt deze informatie opzoeken met Adobe Bridge.
In de meeste gevallen blijven de metagegevens in het bestand behouden, zelfs als de bestandsindeling wordt gewijzigd, bijvoorbeeld van .psd in
.jpg. Metagegevens worden ook behouden wanneer de bestanden in een Adobe-document of -project worden geplaatst.
Met de XMP Software Development Kit kunt u de manier aanpassen waarop metagegevens worden gemaakt, verwerkt en uitgewisseld. U kunt
met de XMP SDK bijvoorbeeld velden toevoegen aan het dialoogvenster Bestandsgegevens. Meer informatie over XMP en de XMP SDK vindt
u op de Adobe-website.
Werken met metagegevens in Adobe Bridge en Adobe Creative Suite-componenten
Veel van de krachtige functies van Adobe Bridge waarmee u uw bestanden en bestandsversies kunt ordenen, zoeken en bijhouden, zijn
afhankelijk van XMP-metagegevens in uw bestanden. Adobe Bridge biedt twee manieren om met metagegevens te werken: via het deelvenster
Metagegevens in via het dialoogvenster Bestandsgegevens (InDesign) of het dialoogvenster Bestandsgegevens (InCopy).
In bepaalde gevallen kunnen er meerdere weergaven voor dezelfde metagegevenseigenschap bestaan. Een eigenschap kan bijvoorbeeld in een
weergave worden aangeduid met Auteur en in een andere met Maker, maar allebei verwijzen ze naar dezelfde onderliggende eigenschap. Zelfs
als u deze weergaven voor bepaalde workflows aanpast, blijven ze voldoen aan de XMP-standaard.
Metagegevens toevoegen via het dialoogvenster Bestandsinfo
Het·dialoogvenster·Bestandsinfo·toont cameragegevens, bestandseigenschappen, bewerkingsgeschiedenis, copyright en auteursinformatie van het
huidige document. Het dialoogvenster Bestandsinfo bevat ook deelvensters voor aangepaste metagegevens. U kunt metagegevens rechtstreeks
vanuit het dialoogvenster Bestandsgegevens toevoegen. Alle informatie die u in een veld invoert, overschrijft de bestaande metagegevens en past
de nieuwe waarde toe op alle geselecteerde bestanden.
1. Kies Bestand > Bestandsgegevens (InDesign) of Bestand > Inhoud Bestandsgegevens (InCopy).
2. Selecteer een van de volgende opties in de lijst bovenaan in het dialoogvenster:
121