Operation Manual
Kaders, rasters, linialen en hulplijnen
Naar boven
Naar boven
Over kaders in InCopy-bestanden
Maateenheden en linialen wijzigen
Het nulpunt wijzigen
Rasters gebruiken
Liniaalhulplijnen weergeven
Lagen gebruiken
Over kaders in InCopy-bestanden
Net als in Adobe InDesign worden de tekst en de afbeeldingen in InCopy ook in kaders geplaatst. Voor gekoppelde documenten bepaalt InDesign
de plaatsing van de kaders en het ontwerp van een publicatie. U ziet de kaderstructuur van het InDesign-document in de layoutweergave in
InCopy.
Kaders wijzigen
Als er wijzigingen moeten worden aangebracht in de kaders, moet u (of iemand anders van het team) dat doen in het InDesign-document, behalve
als de kaders inline-afbeeldingen bevatten. Alleen kaders met inline-afbeeldingen kunnen worden verplaatst, geschaald, geroteerd of
schuingetrokken. Raadpleeg de documentatie bij het workflowsysteem voor meer informatie.
Tekst met verbindingen
Een lang artikel kan van het ene kader doorlopen in andere kaders die in een bepaalde volgorde met elkaar zijn verbonden. Een artikel met
verbonden kaders begint in een bepaalde paginakolom en kan doorlopen in andere kolommen en op andere pagina's van de publicatie. De
verbindingsvolgorde voor een InCopy-artikel wordt altijd bepaald door de InDesign-gebruiker.
Wanneer u tekst toevoegt aan een artikel met verbonden kaders, loopt het artikel door in de opeenvolgende kaders totdat alle toegewezen kaders
vol zijn.
Stroom van verbonden tekst: originele tekst in verbonden kaders (boven); nadat tekst is toegevoegd aan het eerste kader, loopt de tekst door naar
het tweede kader (onder)
Als de tekst niet in de toegewezen ruimte past, wordt het verborgen gedeelte van het artikel overlopende tekst genoemd.
Maateenheden en linialen wijzigen
InCopy bevat een liniaal met verticale diepte voor het passend maken van tekst in de drukproef- en artikelweergave, en horizontale en verticale
linialen in de layoutweergave voor het meten van layouts. Standaard begint de liniaalmeting linksboven op een pagina of spread. U kunt dit
veranderen door het nulpunt te verplaatsen.
U kunt met diverse standaardmaateenheden werken, deze instellingen op elk gewenst moment wijzigen en tijdelijk de actieve maateenheden
overschrijven door een waarde in te voeren. Bij het wijzigen van maateenheden worden de hulplijnen, rasters en objecten niet verplaatst. Wanneer
de verdeelstreepjes op de liniaal worden verplaatst, zijn deze mogelijk niet meer uitgelijnd met de objecten die op de vorige verdeelstreepjes
waren uitgelijnd.
86