Operation Manual
Een afbeelding schalen
1. Zorg dat het kader met het gewenste object aan u is uitgecheckt en selecteer het object met het gereedschap Positie .
2. Kies Object > Transformeren > Schalen.
3. Als u de verhouding tussen de hoogte en breedte van het object wilt behouden, moet het pictogram Verhoudingen behouden in het
dialoogvenster Schalen zijn geselecteerd. Schakel dit pictogram uit als u de X- en Y-waarden afzonderlijk van elkaar wilt schalen. Hierdoor
kan de afbeelding worden schuingetrokken.
4. Voer de horizontale en verticale schaalwaarde als een percentage (bijvoorbeeld 90%) of als een afstandswaarde (bijvoorbeeld 6p) in.
De schaalwaarden kunnen negatieve getallen zijn.
5. Voer een van de volgende handelingen uit:
Wanneer u het effect wilt bekijken voordat u het toepast, selecteert u Voorvertoning.
Klik op OK om het object te schalen.
Als u de afbeelding in een bepaalde richting wilt schalen, gebruikt u het gereedschap Positie om de handgreep van een geselecteerde
afbeelding te slepen. Als u op de toets Shift drukt, wordt de afbeelding proportioneel geschaald.
Een afbeelding roteren
1. Zorg dat het kader met het gewenste object voor u is uitgecheckt en selecteer het object met het gereedschap Positie .
2. Kies Object > Transformeren > Roteren.
3. Voer in het tekstvak Hoek de rotatiehoek in graden in. Voer een negatieve waarde in om het object rechtsom te roteren en een positieve
waarde om het object linksom te roteren.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Wanneer u het effect wilt bekijken voordat u het toepast, selecteert u Voorvertoning.
Wanneer u het object wilt roteren, klikt u op OK.
Een afbeelding schuintrekken
1. Zorg dat het kader met het gewenste object aan u is uitgecheckt en selecteer het object met het gereedschap Positie .
2. Kies Object > Transformeren > Schuintrekken.
3. Voer in het venster Schuintrekken de nieuwe hoek voor het schuintrekken in.
De hoek voor het schuintrekken is de mate van het hellen die wordt toegepast op het object ten opzichte van de loodlijn op de schuintrekas.
(De hoek voor het schuintrekken wordt berekend naar rechts van de huidige as.)
4. Geef de as op waarlangs het object moet worden schuingetrokken. U kunt een object schuintrekken langs een horizontale, verticale of een
hoekas.
Wanneer u een geroteerde as gebruikt, typt u de hoek van de gewenste as in graden ten opzichte van de loodlijn.
5. Voer een van de volgende handelingen uit:
Wanneer u het effect wilt bekijken voordat u het toepast, selecteert u Voorvertoning.
Wanneer u het object wilt schuintrekken, klikt u op OK.
Transformaties op een afbeelding wissen
1. Zorg dat het kader met het gewenste object aan u is uitgecheckt en selecteer het object met het gereedschap Positie .
2. Kies Object > Transformeren > Transformaties wissen.
Juridische kennisgevingen | Onlineprivacybeleid
65