Operation Manual
Naar boven
Naar boven
Naar boven
Naar boven
Naar boven
De zuivere weergave van penseelstreken met pixeluitlijning blijft in de rasteruitvoer alleen behouden bij een resolutie van 72 ppi. Bij andere
resoluties is de kans groot dat deze penseelstreken anti-aliasingresultaten opleveren.
Objecten met pixeluitlijning die geen rechte verticale of horizontale segmenten hebben, worden niet uitgelijnd op het pixelraster. Aangezien een
geroteerde rechthoek bijvoorbeeld geen rechte verticale of horizontale segmenten heeft, wordt deze niet verschoven om een zuiver pad te
genereren, hoewel de eigenschap 'pixeluitlijning' hiervoor wel is ingesteld.
Opmerking: De eigenschap op documentniveau en de pixeluitlijningsstatus van elk object worden opgeslagen in het AI-bestand.
Zie Symbolen uitlijnen op pixelraster voor meer informatie.
Bestaande objecten uitlijnen op pixelraster
Een object waarvoor de optie Uitlijnen op pixelraster is geselecteerd, wordt verschoven om het uit te lijnen op het pixelraster wanneer het wordt
gewijzigd. Als u bijvoorbeeld een object met pixeluitlijning verplaatst of transformeert, wordt het object opnieuw uitgelijnd op het pixelraster op
basis van de nieuwe coördinaten.
Als u een bestaand object wilt uitlijnen op het pixelraster, selecteert u het object en schakelt u het selectievakje Uitlijnen op pixelraster in onder
aan het deelvenster Transformatie.
Optie Uitlijnen op pixelraster in het deelvenster Transformatie
Wanneer u deze optie selecteert, worden de verticale en horizontale segmenten van de paden van het object verschoven. Als gevolg hiervan
worden voor deze segmenten altijd zuivere penseelstreken weergegeven voor alle streekbreedten en alle locaties. Objecten waarvoor deze optie
is geselecteerd, hebben altijd een streekbreedte met een waarde die bestaat uit een geheel getal.
Als u niet-uitgelijnde objecten in documenten importeert terwijl de optie Nieuwe objecten uitlijnen op pixelraster is ingeschakeld, krijgen deze
objecten niet automatisch de eigenschap 'pixeluitlijning'. Als u deze objecten de eigenschap 'pixeluitlijning' wilt geven, selecteert u het object en
selecteert u vervolgens de optie Uitlijnen op pixelraster in het deelvenster Transformatie. U kunt objecten zoals rasters, rastereffecten en
tekstobjecten niet op pixels uitlijnen omdat deze objecten geen echt pad hebben.
Objecten selecteren die niet zijn uitgelijnd op pixelraster
Klik op Selecteren > Object > Niet uitgelijnd op pixelraster om de objecten te selecteren.
Symbolen uitlijnen op pixelraster
Als u een symbool met pixeluitlijning wilt maken, selecteert u de optie Uitlijnen op pixelraster in het dialoogvenster Symboolopties. Symbolen die
zijn uitgelijnd op het pixelraster blijven op alle locaties van het tekengebied uitgelijnd op het pixelraster in hun werkelijke grootte.
Opmerking: Een geschaald symbool levert mogelijk geen zuiver pad op, hoewel de eigenschap 'pixeluitlijning' is ingesteld.
Zie Paden met pixeluitlijning tekenen voor webworkflows voor meer informatie over uitlijning op het pixelraster.
Als de knop Herstellen in het regelpaneel actief is, betekent dit dat het symbool is getransformeerd en niet meer zijn werkelijke grootte heeft.
Het pixelraster weergeven
Als u het pixelraster wilt weergeven, zoomt u in tot 600% of hoger in de modus Voorvertoning pixels.
Als u de voorkeuren voor het weergeven van het pixelraster wilt instellen, klikt u op Voorkeur > Hulplijnen en raster. Selecteer de optie Pixelraster
weergeven (inzoomen boven 600%) als deze nog niet is geselecteerd.
Geselecteerde segmenten opslaan
Als u alleen geselecteerde segmenten uit de illustratie wilt opslaan, klikt u op Bestand > Geselecteerde segmenten opslaan.
Anti-aliasingopties
Anti-aliasing van tekst
94










