Operation Manual
Naar boven
Naar boven
gereedschap Boog in het deelvenster Gereedschappen.
Op www.adobe.com/go/vid0036_nl vindt u een video over vormgereedschappen.
Spiralen tekenen
1. Selecteer het gereedschap Spiraal .
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Sleep de aanwijzer tot de spiraal de gewenste grootte heeft. Sleep de aanwijzer als een boog om de spiraal te roteren.
Klik op de plaats waar de spiraal moet beginnen. Stel vervolgens in het dialoogvenster een of meer van de volgende opties in en klik
op OK.
Straal Hiermee geeft u de afstand aan van het middelpunt van de spiraal tot het buitenste punt.
Verval Hiermee geeft u de mate op waarmee elke winding van de spiraal moet afnemen in verhouding tot de vorige winding.
Segmenten Hiermee geeft u aan uit hoeveel segmenten de spiraal bestaat. Elke volledige winding van de spiraal bestaat uit vier
segmenten.
Stijl Hiermee geeft u de richting van de spiraal op.
Op www.adobe.com/go/vid0036_nl vindt u een video over vormgereedschappen.
Rasters tekenen
Met de rastergereedschappen kunt u snel rechthoekige rasters en poolrasters tekenen. Met het gereedschap Rechthoekig raster maakt u
rechthoekige rasters van een opgegeven grootte en met een opgegeven aantal scheidingslijnen. Met het gereedschap Poolraster maakt u
concentrische cirkels van een opgegeven grootte en met een opgegeven aantal scheidingslijnen.
Rechthoekige rasters tekenen
1. Selecteer het gereedschap Rechthoekig raster .
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Sleep de aanwijzer tot het raster de gewenste grootte heeft.
Klik om het referentiepunt van het raster in te stellen. Klik in het dialoogvenster op een van de vierkantjes van de plaatsbepaler voor het
referentiepunt
om het punt te bepalen van waaruit het raster wordt getekend. Stel vervolgens een of meer van de volgende opties in
en klik op OK.
Standaardgrootte Hiermee geeft u de breedte en hoogte van het gehele raster op.
Horizontale scheidingslijnen Hiermee geeft u het aantal horizontale scheidingslijnen aan dat moet worden weergegeven tussen de
bovenkant en de onderkant van het raster. De waarde voor Schuintrekken bepaalt hoe de horizontale scheidingslijnen verdeeld zijn naar
de boven- of onderkant van het raster.
Verticale scheidingslijnen Hiermee geeft u het aantal verticale scheidingslijnen op dat moet worden weergegeven tussen de linkerkant
en de rechterkant van het raster. De waarde van Schuintrekken bepaalt hoe schuin de verticale scheidingslijnen naar links of naar rechts
lopen.
Buitenste rechthoek gebruiken als frame Hiermee vervangt u de bovenste en onderste segmenten en de linker- en rechtersegmenten
door een afzonderlijk rechthoekig object.
Raster vullen Hiermee vult u het raster met de huidige vulkleur. Als u deze optie niet selecteert, wordt als vulkleur Geen ingesteld.
Cirkelvormige rasters (poolrasters) tekenen
1. Selecteer het gereedschap Poolraster .
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Sleep de aanwijzer tot het raster de gewenste grootte heeft.
Klik om het referentiepunt van het raster in te stellen. Klik in het dialoogvenster op een van de vierkantjes van de plaatsbepaler voor het
referentiepunt
om het punt te bepalen van waaruit het raster wordt getekend. Stel vervolgens een of meer van de volgende opties in
en klik op OK.
Standaardgrootte Hiermee geeft u de breedte en hoogte van het gehele raster op.
Concentrische scheidingslijnen Hiermee geeft u het aantal cirkelvormige concentrische scheidingslijnen op dat u in het raster wilt
weergeven. De waarde voor Schuintrekken bepaalt hoe de concentrische scheidingslijnen verdeeld zijn naar de binnen- of buitenkant
van het raster.
91










