Operation Manual
Naar boven
Naar boven
gekoppelde bestanden wilt weergeven, kiest u Bestand > Documentinstellingen en selecteert u Afbeeldingen tonen in omtrekmodus.
Als u alle illustraties als omtrekken wilt weergeven, kiest u Weergave > Omtrek. Kies Weergave > Voorvertoning als u de illustraties weer in
kleur wilt weergeven.
Als u alle illustraties in een laag als omtrekken wilt weergeven, houdt u Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt terwijl u in het
deelvenster Lagen op het oogpictogram voor de laag klikt. Klik nogmaals terwijl u Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt houdt om
de illustraties weer in kleur weer te geven. Het oogpictogram wordt als
weergegeven wanneer de weergave Omtrek is ingeschakeld en als
wanneer de weergave Voorvertoning is ingeschakeld.
Als u alle items in niet-geselecteerde lagen als omtrekken wilt weergeven, houdt u Alt+Ctrl (Windows) of Option+Command (Mac OS)
ingedrukt terwijl u op het oogpictogram voor de geselecteerde laag klikt. Ook kunt u Overige omtrekken selecteren in het menu van het
deelvenster Lagen.
U kunt alle items in het deelventer Lagen weer voorvertonen door Voorvertoning alle lagen te kiezen in het menu van het deelvenster
Lagen.
Meerdere vensters en weergaven gebruiken
U kunt hetzelfde document in meerdere vensters tegelijk openen. Voor elk venster kunnen andere weergave-instellingen gelden. U kunt een
venster bijvoorbeeld aanzienlijk vergroten voor gedetailleerd werk met bepaalde objecten en een minder vergroot venster maken voor de lay-out
van die objecten op de pagina.
(Windows) Met de opties in het menu Venster kunt u naar wens meerdere geopende vensters rangschikken. Met Trapsgewijs worden vensters
gestapeld en aflopend van linksboven naar rechtsonder in het scherm weergegeven. Met Naast elkaar worden de vensters naast elkaar
geschikt. Met Pictogrammen schikken worden de geminimaliseerde vensters binnen het programmavenster geordend.
In plaats van meerdere vensters kunt u ook meerdere weergaven maken. Voor elk document kunt u maximaal 25 weergaven maken en opslaan.
Meerdere vensters verschillen in de volgende opzichten van meerdere weergaven:
Meerdere weergaven worden bij het document opgeslagen, meerdere vensters niet.
Meerdere vensters kunnen gelijktijdig worden weergegeven.
Gelijktijdige meerdere weergaven zijn alleen mogelijk als er meerdere vensters zijn geopend waarin ze kunnen worden weergegeven. Bij het
wijzigen van de weergave, wordt het actieve venster gewijzigd; er wordt geen nieuw venster gemaakt.
Een nieuw venster maken
Kies Venster > Nieuw venster.
Een nieuwe weergave maken
Stel de weergave naar wens in, kies Weergave > Nieuwe weergave, voer een naam voor de nieuwe weergave in en klik op OK.
Een weergave verwijderen of de naam ervan wijzigen
Kies Weergave > Weergave wijzigen.
Overschakelen op een andere weergave
Selecteer een weergavenaam onder aan het menu Weergave.
Voorvertoning van illustraties in het uiteindelijke uitvoermedium
In Illustrator kunt u op de volgende manieren bekijken hoe aspecten van illustraties eruit zien in gedrukte vorm of bij weergave op het web of op
een mobiel apparaat:
Modus Voorvertoning overdruk (Weergave> Voorvertoning overdruk) Met Voorvertoning overdruk wordt een 'voorvertoning met inkt'
weergegeven waarin wordt geschat hoe het overvloeien, de transparantie en het overdrukken eruit zullen zien bij uitvoer met kleurscheiding.
Modus Voorvertoning scheidingen (Venster > Voorvertoning scheidingen) Geeft een voorvertoning van hoe de scheidingen er uit zullen zien
wanneer ze worden afgedrukt.
Modus Voorvertoning pixels (Weergave > Voorvertoning pixels) Hiermee wordt geschat hoe de illustraties worden weergegeven wanneer de
illustraties in een webbrowser worden gerasterd en weergegeven.
Voorvertoning van afvlakker (Venster > Voorvertoning van afvlakker) Hiermee worden gebieden in de illustratie gemarkeerd die voldoen aan
bepaalde criteria voor afvlakking wanneer de illustratie wordt opgeslagen of afgedrukt.
Elektronische proefdrukken Met elektronische proefdrukken (proefkleuren) wordt geschat hoe de kleuren van een document op een bepaald
type beeldscherm of uitvoerapparaat worden weergegeven.
Anti-aliasing Met anti-aliasing worden vectorobjecten vloeiender weergegeven op het scherm en krijgt u een beter idee hoe vectorillustraties eruit
zullen zien wanneer deze met een PostScript®-printer worden afgedrukt. De reden hiervoor is dat schermresoluties relatief beperkt zijn terwijl
vectorillustraties vaak met een hoge resolutie worden afgedrukt. Kies Bewerken > Voorkeuren > Algemeen (Windows) of Illustrator >
Voorkeuren > Algemeen (Mac OS), selecteer Anti-aliased illustratie en klik op OK als u anti-aliasing wilt inschakelen.
Adobe Device Central (Bestand > Adobe Device Central) Hiermee kunt u een voorvertoning bekijken van hoe uw document eruit ziet op een
bepaalde mobiele telefoon of een bepaald apparaat.
80










