Operation Manual

Naar boven
Met het gereedschap
Penseel (B) kunt u FreeHand-
en kalligrafische lijnen
tekenen, alsook illustraties,
patronen en
borstelpenseelstreken op
paden. Zie Paden tekenen en
tegelijkertijd penseelstreken
toepassen.
Met het gereedschap Net (U)
maakt en bewerkt u netten en
omhulsels voor netten. Zie
Netobjecten maken.
Met het gereedschap
Verloop (G) past u de begin-
en eindpunten en de hoek van
verlopen binnen objecten aan,
of past u een verloop op
objecten toe. Zie Een verloop
toepassen op een object.
Met het gereedschap Pipet (I)
neemt u monsters van kleur-,
tekst- en
vormgevingskenmerken
(waaronder effecten) van
objecten en past u deze toe.
Zie Weergavekenmerken
kopiƫren met het gereedschap
Pipet.
Met het gereedschap
Emmertje voor Actieve verf (K)
verft u vlakken en randen van
groepen van Actieve verf met
de huidige verfkenmerken. Zie
Verven met het gereedschap
Emmertje voor Actieve verf.
Met het gereedschap Selectie
van Actieve verf (Shift-L)
selecteert u vlakken en randen
in groepen van Actieve verf.
Zie Items selecteren in
groepen van Actieve verf.
Met het gereedschap Meetlat
meet u de afstand tussen twee
punten. Zie De afstand tussen
objecten meten.
Met het gereedschap
Klodderpenseel (Shift-B) kunt
u paden tekenen die
automatisch kalligrafische-
penseelpaden uitbreiden en
samenvoegen die dezelfde
kleur hebben en aangrenzend
zijn in de stapelvolgorde. Zie
Paden tekenen en
samenvoegen met het
Klodderpenseel.
Galerie met omvormingsgereedschappen
Illustrator beschikt over de volgende gereedschappen voor het omvormen van objecten:
Met het gereedschap Roteren
(R) roteert u objecten rond een
vast punt. Zie Objecten
roteren.
Met het gereedschap
Spiegelen (O) worden objecten
over een vaste as gespiegeld.
Zie Objecten spiegelen of
omdraaien.
Met het gereedschap Schalen
(S) wijzigt u de grootte van
objecten rond een vast punt.
Zie Objecten schalen.
Met het gereedschap
Schuintrekken trekt u objecten
schuin rond een vast punt. Zie
Objecten schuintrekken met
het gereedschap
Schuintrekken.
52