Operation Manual

Gegevensgestuurde afbeeldingen via sjablonen en variabelen
Naar boven
Overzicht van het deelvenster Variabelen
Variabelen maken
Variabelen bewerken
Variabelen verwijderen
Dynamische objecten bewerken
Dynamische objecten identificeren met XML-id's
Gegevenssets
Variabelenbibliotheken
Een sjabloon opslaan voor gegevensgestuurde afbeeldingen
In Illustrator kunt u alle mogelijke illustraties gebruiken als sjabloon voor gegevensgestuurde afbeeldingen. U hoeft alleen maar aan de hand van
variabelen te bepalen welke objecten in het tekengebied dynamisch zijn (welke objecten kunnen worden gewijzigd). U gebruikt variabelen om
tekstreeksen, gekoppelde afbeeldingen, grafiekgegevens en de zichtbaarheidsinstellingen van de objecten in uw illustratie te wijzigen. Bovendien
kunt u verschillende sets variabele gegevens maken zodat u gemakkelijk kunt zien hoe de sjabloon eruitziet wanneer rendering is toegepast.
Gegevensgestuurde afbeeldingen maken het mogelijk om snel en nauwkeurig meerdere versies van een illustratie te produceren. Stel dat u 500
verschillende webbanners wilt maken op basis van dezelfde sjabloon. De sjabloon handmatig vullen met gegevens (afbeeldingen, tekst, enzovoort)
is tijdrovend. In plaats daarvan kunt u een script gebruiken die verwijst naar een database om webbanners voor u te genereren.
Gegevensgestuurde afbeeldingen zijn speciaal ontworpen om te worden gebruikt in omgevingen waar mensen samenwerken. Hieronder wordt een
aantal voorbeelden gegeven van hoe mensen met verschillende functies samenwerken bij het gebruik van gegevensgestuurde afbeeldingen:
Ontwerpers krijgen controle over de dynamische elementen van hun ontwerpen als ze sjablonen maken. Als ze de sjabloon dan voor
productie overhandigen, weten ze zeker dat alleen de variabele gegevens worden gewijzigd.
Ontwikkelaars kunnen variabelen en gegevenssets rechtstreeks coderen in een XML-bestand. De ontwerper kan de variabelen en
gegevenssets dan importeren naar een Illustrator-bestand om een ontwerp te maken dat op uw specificaties is gebaseerd.
Als u verantwoordelijk bent voor productie, kunt u scripts in Illustrator of de batchopdracht gebruiken. Ook kan het renderingsproces verder
worden geautomatiseerd met behulp van een dynamische imaging-server, zoals AdobeĀ® Scene7.
Overzicht van het deelvenster Variabelen
Als u met variabelen en gegevenssets werkt, gebruikt u het deelvenster Variabelen (Venster > Variabelen). Het type en de naam van iedere
variabele in het document worden vermeld in het deelvenster. Als de variabele aan een object is gekoppeld, wordt in de kolom Objecten de naam
van het gekoppelde object weergegeven zoals dit wordt weergegeven in het deelvenster Lagen.
Deelvenster Variabelen
A. Gegevensset B. Deelvenstermenu C. Type variabele D. Naam van de variabele E. Naam van het gekoppelde object
In het deelvenster Variabelen wordt het type van een variabele aangegeven met de volgende pictogrammen:
Variabele van het type Zichtbaarheid .
Variabele van het type Tekstreeks .
Variabele van het type Gekoppeld bestand .
523