Operation Manual
Naar boven
Naar boven
Naar boven
5. Klik op OK.
Een kopregel passend maken over de volledige breedte van een tekstvlak
1. Selecteer een tekstgereedschap en klik in de alinea die u wilt aanpassen aan het tekstvlak.
2. Kies Tekst > Kopregel passend.
Opmerking: Als u de opmaak van de tekst wijzigt, moet u de opdracht Kopregel passend opnieuw toepassen.
Tekst verbinden tussen objecten
Als u tekst wilt laten doorlopen van een object naar een volgend object, koppelt u de objecten aan elkaar. Gekoppelde tekstobjecten kunnen elke
vorm hebben. De tekst moet echter in een vlak of langs een pad worden ingevoerd (en niet op een bepaald punt).
Elk vlaktekstobject bevat een inpoort en een uitpoort. Deze poorten stellen u in staat objecten aan andere objecten te koppelen en een gekoppelde
kopie van het tekstobject te maken. Een lege poort geeft aan dat alle tekst zichtbaar is en dat het object niet is gekoppeld. Een pijl in een poort
geeft aan dat het object aan een ander object is gekoppeld. Een rood plusteken in een uitpoort geeft aan dat het object meer tekst bevat. Deze
verborgen tekst wordt overlopende tekst genoemd.
Poorten van gekoppelde tekstobjecten
U kunt verbindingen verbreken en de tekst in het eerste of volgende object laten overlopen of u kunt alle verbindingen verwijderen en de tekst
laten staan.
Opmerking: Wanneer u werkt met verbonden (doorlopende) tekst, kan het handig zijn om de verbindingen te zien. Als u de verbindingen wilt
zien, kiest u Weergave > Tekstverbindingen tonen en selecteert u een gekoppeld object.
Tekst verbinden
1. Selecteer een vlaktekstobject met behulp van het gereedschap Selecteren.
2. Klik op de inpoort of uitpoort van het geselecteerde tekstobject. De aanwijzer verandert in het pictogram voor geladen tekst
.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u aan een bestaand object wilt koppelen, plaatst u de aanwijzer op het pad van dat object. De aanwijzer verandert in een . Klik op
het pad om de objecten te koppelen
Als u met een nieuw object wilt koppelen, klikt of sleept u op een leeg gedeelte van het tekengebied. Als u klikt, wordt een object van
dezelfde grootte en vorm gemaakt. Als u sleept, kunt u een rechthoekig object van elke gewenste grootte maken.
Een andere methode die u kunt gebruiken om tekst tussen objecten te verbinden, is een vlaktekstobject selecteren, een of meer objecten
selecteren waarmee u wilt verbinden en vervolgens Tekst > Tekst met verbindingen > Maken.
Verbindingen verwijderen of verbreken
1. Selecteer een gekoppeld tekstobject.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u de verbinding tussen twee objecten wilt verbreken, dubbelklikt u op de poort aan een van de uiteinden van de verbinding. De tekst
loopt over in het eerste object.
Als u een object wilt vrijmaken uit een tekstverbinding, kiest u Tekst > Tekst met verbindingen > Selectie opheffen. De tekst loopt over in
het volgende object.
Als u alle verbindingen wilt verwijderen, kiest u Tekst > Tekst met verbindingen > Verbindingen verwijderen. De tekst blijft staan.
Tekstomloop instellen voor een object
U kunt vlaktekst rond elk type object laten lopen, waaronder tekstobjecten, geïmporteerde afbeeldingen en objecten die u tekent in Illustrator. Als
het omloopobject een ingesloten bitmapafbeelding is, laat Illustrator de tekst om gedekte of gedeeltelijk gedekte pixels lopen en worden volledig
365










